Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4717/GB, 20 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:20-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:        R-19/4717/GB

Betreft:            […]       datum: 20 november 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F. Pool, namens  […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 10 september 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.  Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad afgewezen.

2.         De feiten
Klager is sinds 1 november 2018 gedetineerd. Hij verblijft sinds 19 juni 2019 in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg.

3.         De standpunten
3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag worden overgeplaatst naar het JC Zaanstad, omdat hij dan dichterbij zijn raadsman is gedetineerd. Zijn beide advocaten houden kantoor in Amsterdam. Daarnaast wordt hij bedreigd door medegedetineerden in de p.i. Middelburg. Dat het personeel dit niet heeft kunnen vaststellen betekent nog niet dat het onwaar is. Klager zal aangifte doen van bedreiging en hij heeft via de raadsman zijn casemanager verzocht om het aangifteproces te begeleiden. Zodra hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, zal hij openheid van zaken geven. Volgens de Minister zoekt klager steeds de grenzen van het toelaatbare op, wat onder meer zou blijken uit incidenten met de medische dienst. Klager ontkent dat hij een medewerker van de medische dienst onheus heeft bejegend. Dat wordt bevestigd door de verklaring van een medegedetineerde. Klager heeft de woonplaats van die medewerker geroepen, maar dat weet iedereen in de inrichting, omdat zijn buurjongen daar ook gedetineerd is. Het is wel zo dat klager gebrek aan vertrouwen heeft in de medische dienst. Hij is daarin niet de enige. Ook om die reden wil hij worden overgeplaatst. Voorts heeft klager al sinds oktober 2018 geen familiebezoek meer gehad, terwijl dat voor hem erg belangrijk is. Hij heeft in het verleden meer dan eens probleemloos op een meerpersoonscel verbleven. Klager verzoekt subsidiair overplaatsing naar de p.i. Dordrecht. Verzocht wordt het beroep mondeling te mogen toelichten.
3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op zijn eigen verzoek overgeplaatst naar de p.i. Middelburg om bezoek te kunnen ontvangen. Hij heeft niet onderbouwd waarom hij dit bezoek wel in Zaanstad zou kunnen ontvangen. In augustus 2019 heeft hij juist meerdere keren aangegeven naar Vught overgeplaatst te willen worden. Klagers casemanager en mentor weten niets van de gestelde bedreigingen. Onduidelijk is welke gedetineerden welke bedreigingen zouden hebben geuit. Voor klachten over de medische dienst, dient klager zich te richten tot de commissie van toezicht. De genoemde medewerker stelt geen neef in de inrichting te hebben. Klager heeft een contra-indicatie voor verblijf op een meerpersoonscel. Overplaatsing naar het JC Zaanstad is daarom ook praktisch niet mogelijk.

4.         De beoordeling
4.1.      Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. Zij acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.
4.2.      Klager verzoekt om overplaatsing naar het JC Zaanstad, subsidiair de p.i. Dordrecht, vanwege de afstand tot zijn raadslieden, gestelde bedreigingen in de p.i. Middelburg, een conflict met de medische dienst en het kunnen ontvangen van bezoek.
4.3.      De beroepscommissie stelt voorop dat klager, nu hij in eerste aanleg is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging dient te worden geplaatst (artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling)). Dit betreft in klagers geval het arrondissement Zeeland-West-Brabant, waarin de p.i. Middelburg is gelegen. De inrichtingen van zijn voorkeur liggen niet in dit arrondissement. Daarom moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden om het verzoek tot overplaatsing te kunnen honoreren.
4.4.      De afstand tot klagers raadslieden kan niet tot overplaatsing leiden, omdat dit geen selectiecriterium vormt. De vermeende bedreigingen kunnen evenmin tot overplaatsing leiden, omdat deze niet zijn onderbouwd of concreet zijn gemaakt. Een conflict met de medische dienst kan ook niet tot overplaatsing leiden, tenzij de medische dienst van oordeel is dat een onwerkbare situatie is ontstaan. Het is niet aan klager om dat te bepalen.
4.5.      Hoewel het verstoken zijn van bezoek aanleiding kan vormen voor een overplaatsing, gaat dat in klagers geval niet op. Hij is immers op eigen verzoek naar de p.i. Middelburg overgeplaatst, juist om bezoek te kunnen ontvangen. Gewijzigde omstandigheden kunnen weliswaar een nieuwe overplaatsing rechtvaardigen (vgl. RSJ 4 november 2019, R-19/4725/GB), maar klager heeft op geen enkele manier zijn bezoekproblemen toegelicht. Zo is onduidelijk van welke familieleden hij bezoek zou willen ontvangen, waar zij wonen en waarom zij – anders dan gedacht c.q. anders dan voorheen – niet naar de p.i. Middelburg kunnen komen en wel naar het JC Zaanstad of de p.i. Dordrecht.
4.6.      Gelet op het voorgaande kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt en zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

5.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. M.R. van Veen en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van  mr. P. de Vries, secretaris, op 20 november 2019.

            secretaris        voorzitter

Naar boven