Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3537/TA, 09 september 2019, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/3537/TA

betreft: [klager]                                    datum: 9 september 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 18 april 2019 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de instelling, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen invoeren van klagers televisie, PlayStation 3 en mp3-speler (RV-2018-523). De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de instelling
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beklag richt zich tegen individueel jegens klager genomen beslissingen. In het bijzonder heeft klager erover geklaagd dat hij niet zijn televisie, PlayStation 3 en MP3 mocht invoeren. In de concrete omstandigheden van klagers geval leveren de concrete invulling en interpretatie van het beleid ter zake de beslissingen genomen jegens klager, wel degelijk strijd op met artikel 8 van het EVRM en bovendien is er strijd met het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Er is sprake van verschillend beleid in de verschillende klinieken waar klager heeft verbleven en verblijft. Hij mocht erop vertrouwen dat dit bij de verschillende klinieken bekend was, terwijl die bekendheid niet bij klager mocht worden verondersteld. Het had op de weg gelegen van de ontvangende kliniek klager hier zorgvuldig over voor te lichten. Dat is niet gebeurd.
Het hoofd van de instelling verwijst als reactie op het beroep naar haar reactie op het klaagschrift en de uitspraak van de beklagcommissie. Naast de hierin aangehaalde jurisprudentie, wordt ook verwezen naar RSJ 27 juli 2015, 15/0872/TA.

3.         De beoordeling
Klager heeft verzocht om zijn televisie, PlayStation 3 en mp3-speler in te mogen voeren in de instelling. Dit verzoek kan worden opgevat als een vraag aan het hoofd van de instelling om een uitzondering te maken op het in de instelling gehanteerde beleid. Het hoofd van de instelling heeft klagers verzoek afgewezen. Klagers beklag tegen de afwijzing van dit verzoek kan worden opgevat als gericht tegen de (vermeende) schending van klagers eigendomsrecht en in zoverre kan klager op grond van het bepaalde in artikel 56, eerste lid aanhef en onder e, Bvt alsnog in het beklag worden ontvangen. Uit de huisregels van de instelling volgt dat apparatuur waarmee contact met de buitenwereld kan worden gelegd of intern contact kan worden onderhouden (via wifi) niet is toegestaan, op basis waarvan klagers verzoek tot invoer van zijn televisie en zijn PlayStation 3 is geweigerd. Een mp3-speler met interne opslagcapaciteit en/of netwerkfunctionaliteit is evenmin toegestaan op basis van de huisregels. Gelet op het in de instelling geldende beleid en mede gelet op de aan die uitgangspunten ten grondslag liggende overwegingen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Voorts is niet gebleken dat de beslissing in strijd is met de wet. De beroepscommissie zal gelet op het bovenstaande het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne en drs. M.J. Selnick-Marzullo, leden,  in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 9 september 2019.

 

            secretaris                                 voorzitter                   

 

 

 

 

 

Naar boven