nummer: R-19/3175/GA
betreft: [klager] datum: 26 november 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 7 maart 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden te Den Haag betreffende de beslissing om klager een schadevergoeding van € 25,= toe te kennen in verband met de vermissing van een joggingbroek en een T-shirt (SC 2019/ 017), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Klager heeft in beklag aangegeven dat een T-shirt en een joggingbroek zijn zoek geraakt in de p.i. zonder te specificeren welk merk kleding het betrof, wat de aankoopwaarde was en wanneer hij de kleding heeft aangeschaft. Klager heeft voorts geen aankoopbonnen overgelegd.
De directeur heeft omdat het gebruikte kleding betrof en klager geen specificatie van de kleding heeft gegeven hem een schadevergoeding van € 25,= toegekend.In beroep heeft klager aangevoerd dat het om een nieuw FC Barcelona T-shirt met een waarde van € 85,= en een nieuw (e) (model) trainingsbroek van het merk Nike met een waarde van € 80,= zou gaan en heeft om een aanvullende schadevergoeding verzocht. De beroepscommissie overweegt dat het door klager in beroep aangevoerde niet door hem is onderbouwd. Klager heeft geen aankoopbonnen of andere gegevens overgelegd die het door hem gestelde zouden kunnen staven. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en mr. dr. A.M.G. Smit, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 november 2019.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 13-12-2019 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 26-11-2019