nummer: 03/2677/GA
betreft: [klager] datum: 9 januari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 november 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 11 november 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem, locatie Arnhem-Zuid,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de regel dat in de inrichting geen stukken voor gedetineerden worden gekopiëerd.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep, ter toelichting van zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt, aangevoerd dat door de regeling van het kopieerverbod het EVRM wordt geschonden en dat hij daardoor in zijn individuele belang wordtgeschaad.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het door klager gedane beroep op artikel 6 EVRM kan niet slagen nu deze bepaling indezen toepassing mist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 9 januari 2004
secretaris voorzitter