Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2591/TA, 09 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/2591/TA

betreft: [klager]                                               datum: 9 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, […], verder te noemen klager,  gericht tegen een uitspraak van 19 december 2018 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Klager is gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad. Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Als toehoorder was aanwezig mevrouw […], senior secretaris bij de Raad. Ter zitting heeft klager een schriftelijke toelichting op zijn klacht overgelegd, die is toegevoegd aan het dossier. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de omstandigheid dat klager is misleid door de psychologe met betrekking tot het afnemen van een risicotaxatie (K-2018-000475). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - samengevat - als volgt toegelicht.
De psychologe heeft aan klager gevraagd of hij mee wilde werken aan een interview. Zij stelde dat het om een eenvoudig interview ging met een buitenstaander en niets anders. Toch was klager wantrouwend door de antwoorden die de psychologe gaf op zijn vragen met betrekking tot de inhoud van het interview. Het was voor klager belangrijk om te weten of een verslag zou worden opgemaakt van het gesprek en of dit zou worden toegevoegd aan het dossier, dit wilde hij immers niet. Klager heeft geen probleem met een risicotaxatie, mits men hem zegt dat het om een risicotaxatie gaat. Bij een risicotaxatie had hij beter nagedacht over zijn antwoorden. Bovendien leken de vragen niet op vragen die bij een risicotaxatie worden gesteld. Later bleek de informatie in het risicotaxatierapport terecht te zijn gekomen. Klager is het niet eens met de inhoud van dat rapport. Zijn woorden zijn verdraaid waardoor het rapport een negatieve strekking heeft gekregen. Hij voelt zich erin geluisd. Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - samengevat - als volgt toegelicht. Het uitvoeren van de risicotaxatie is een jaarlijks onderdeel van de uitvoering van de tbs-maatregel en dient te worden opgenomen in het dossier van de verpleegde. Klager is hiermee bekend en weet wat risicotaxatie inhoudt. Op 11 mei 2018 is klager door de psycholoog geïnformeerd dat zijn jaarlijkse risicotaxatie plaats zou vinden. Bij het risicotaxatie-instrument wordt klager actief betrokken door middel van een interview. Klager is uitgenodigd voor deelname aan een interview waarbij benadrukt is dat deelname op vrijwillige basis is. Indien een verpleegde niet mee wil werken, dan vindt risicotaxatie plaats op basis van andere informatiebronnen. Klager heeft aan de afdelingspsycholoog gevraagd of (een transcript van) het gehele interview opgenomen zou worden in het dossier, omdat hij van mening was dat de psycholoog anders zijn woorden zou kunnen verdraaien. De psycholoog heeft uitgelegd dat dit niet de bedoeling is, maar dat zijn antwoorden gebruikt zullen worden voor de scoring van het risicotaxatie-instrument. Hierop heeft klager aangegeven mee te willen werken en heeft het interview op 17 mei 2018 plaatsgevonden. Toen klager op 23 augustus 2018 een terugkoppeling kreeg van de risicotaxatie, zijn naar aanleiding van klagers opmerkingen enkele woordkeuzes aangepast. Op 24 augustus 2018 is weer met klager gesproken, waarop hij aangaf het niet eens te zijn met de conclusie van het verslag. In het verslag is uiteindelijk ook de reactie van klager opgenomen. De jaarlijkse risicotaxatie heeft op een zorgvuldige manier plaatsgevonden, waarbij klager op de hoogte was van de procedure.

3.         De beoordeling

Vaststaat dat in het kader van de aan klager opgelegde tbs-maatregel jaarlijks een risicotaxatie wordt afgenomen. Dit is ook klager bekend. Klager stelt te zijn misleid door de afdelingspsycholoog ten aanzien van het bewuste interview. Klagers klacht is in de kern gericht tegen het feit dat de psychologe tegen hem zou hebben gezegd dat het interview niet zou worden toegevoegd aan het dossier. Klager zou niet hebben meegewerkt als hij wist dat het interview aan zijn dossier zou worden toegevoegd en dit gebruikt zou worden voor zijn risicotaxatie. Hij vindt dat er sprake is van smaad, laster en valsheid in geschrifte. Het hoofd van de inrichting geeft aan dat klager is geïnformeerd dat zijn jaarlijkse risicotaxatie zou gaan plaatsvinden. Benadrukt is dat deelname aan het interview vrijwillig is. De lezing van klager en van de inrichting komt in zoverre niet overeen. De beroepscommissie ziet geen aanleiding aan te nemen dat klager onjuist zou zijn geïnformeerd over de reden en het doel van het interview. In dat verband wordt opgemerkt dat klager in zijn klaagschrift heeft geschreven dat het interview ‘zou gaan over de reden waarom hij hier (de beroepscommissie begrijpt: in de inrichting) verblijft en de eventuele risico’s als hij weer buiten de tbs zou komen’. Omtrent de vraag of het verslag van het interview kon worden opgenomen in het verpleegdedossier van klager overweegt de beroepscommissie als volgt. Op grond van artikel 2, derde lid, onder e, van de Verlofregeling TBS dient in het kader van een verlofaanvraag een risicotaxatie te worden afgenomen. Deze risicotaxatie mag gelet op het zevende lid niet ouder zijn dan een jaar, gerekend vanaf de datum van de verlofaanvraag. In het onderhavige geval is in het kader van verlof verplichte risicotaxatie afgenomen. Het afgenomen interview is een onderdeel van het risicotaxatie-instrument. Ingevolge artikel 19, eerste lid, onder a, van de Bvt dienen de resultaten in het verpleegdedossier te worden opgenomen. De wet vereist daarvoor niet de toestemming van klager. Het verslag van het interview als zijnde onderdeel van het risicotaxatie-instrument kon gelet op het voorgaande in redelijkheid worden opgenomen in klagers dossier. Hierbij wordt opgemerkt dat de inrichting klager tegemoet is gekomen door enkele woordkeuzes aan te passen en zijn reactie op het verslag van de risicotaxatie aan het verpleegdedossier toe te voegen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, drs. M.R. Daniel en drs. J.E. Wouda, leden,  in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 9 juli 2019.

 

            secretaris                                 voorzitter                   

 

 

 

 

 

Naar boven