Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4242/JB, 08 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/4242/JB

betreft: […]      datum: 8 november 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Bouchikhi, namens […], geboren op [...], verder te noemen klager, gericht tegen een op 15 juli 2019 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Ter zitting van de beroepscommissie van 21 oktober 2019, gehouden in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. L.J.H. Kortz namens klagers raadsman mr. Y Bouchikhi, en de senior  selectiefunctionaris [...]. Als toehoorder was aanwezig mr. E.W. Bevaart, senior secretaris bij de Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de Rijks justitiële jeugdinrichting (r.j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse afgewezen.

2.         De feiten

Klager verbleef vanaf 25 januari 2019 als preventief gehechte in de r.j.j.i. Den Hey-Acker te Breda. Op 20 september 2019 is hij overgeplaatst naar de j.j.i. Intermetzo te Lelystad.

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing is onvoldoende gemotiveerd. Er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het onderzoeksbelang in de weg staat aan klagers overplaatsing naar De Hartelborgt. Het enkele feit dat medeverdachten in De Hartelborgt zouden verblijven, is onvoldoende. Het onderzoek is al afgerond en de inhoudelijke behandeling staat gepland. Van een belangenafweging is niet gebleken. De medeverdachten verblijven inmiddels niet meer in De Hartelborgt, volgens de advocaat die de strafzaak inhoudelijk behandelt. Gesteld wordt dat bezoek van niet-gedetineerde vrienden uit de omgeving onrust zou kunnen veroorzaken, maar dat argument zou geen rol mogen spelen. De officier van justitie heeft niet toegelicht waarom zij een gevaar zouden vormen in het kader van het onderzoeksbelang. Van collusiegevaar of te verwachten onrust is niet gebleken. Klager dient in beginsel in het arrondissement van vervolging te worden geplaatst. Hij ontvangt weliswaar bezoek, maar zijn moeder en raadsman zouden hem in De Hartelborgt vaker kunnen bezoeken, vanwege de kortere reisafstand. In De Hartelborgt zou hij ook vaker bezoek van zijn vader kunnen ontvangen. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het onderzoek ter terechtzitting is een wezenlijk onderdeel van het onderzoek in een strafzaak. Het is daarnaast nog de vraag of het onderzoek van de officier van justitie al is afgerond. Het bezwaar van het Openbaar Ministerie (OM) ziet niet alleen op het onderzoeksbelang, maar ook op de samenstelling van de groep binnen en in de nabije omgeving van de inrichting. Klager is onderdeel van een overlastgevende groep jongeren die strafbare feiten plegen. De inhoudelijke behandeling vindt eind november plaats. Alle medeverdachten zijn in andere inrichtingen ingesloten. Het is de selectiefunctionaris niet bekend dat medeverdachten niet meer in De Hartelborgt zouden verblijven. Op de ochtend van de zitting is contact geweest met de officier van justitie, die te kennen heeft gegeven dat dezelfde bezwaren nog steeds bestaan. Klager ontvangt wekelijks bezoek, zowel tijdens zijn verblijf in Den Hey-Acker als nu tijdens zijn verblijf in Intermetzo. De afstand voor klagers raadsman vormt geen selectiecriterium.

4.         De beoordeling

Op grond van artikel 12, vijfde lid, Bjj neemt de selectiefunctionaris bij zijn beslissing tot (over)plaatsing, voor zover hier van belang,  de aanwijzingen van het openbaar ministerie mee, en – voor zover mogelijk – de aanwijzingen van de betrokken inrichting. De betrokken inrichting heeft positief op klagers overplaatsingsverzoek gereageerd omdat de afstand van klagers moeder naar De Hartelborgt beter te bereizen is. De officier van justitie heeft een negatief advies uitgebracht. Beide adviezen zijn door de selectiefunctionaris overgelegd.
Klagers verzoek is afgewezen op grond van het negatieve advies van de officier van justitie. Hij acht klagers samenplaatsing met (een) medeverdachte(n) in De Hartelborgt onwenselijk in verband met het onderzoeksbelang. Daarnaast acht hij het onwenselijk dat klager bezoek zou krijgen van zijn niet-gedetineerde vrienden in de omgeving van De Hartelborgt. Als onbestreden staat vast dat klager ten tijde van de bestreden beslissing regelmatig bezoek in Den Hey-Acker ontving en dat de afstand voor zijn ouders naar De Hartelborgt slechts 20 kilometer korter zou zijn. Volgens de wet moet rekening gehouden worden met de bezwaren van de officier van justitie, in ieder geval voor zover deze zien op klagers verblijf met medeverdachten, nu zijn strafzaak nog in eerste aanleg moet worden behandeld. Vast staat dat in ieder geval ten tijde van de bestreden beslissing medeverdachten van klager in De Hartelborgt verbleven. Daarom is de bestreden beslissing niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep wordt dus ongegrond verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. P. de Bruin, voorzitter, mr. E. Lucas en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris, op 8 november 2019.

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven