Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3996/TA, 8 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer: R-19/3996/TA

betreft:            [klager]   datum: 8 november 2019

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de instelling, gericht tegen een uitspraak van 13 juni 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde instelling, voor zover daarbij aan […], verder te noemen klager, een tegemoetkoming is toegekend (Me 2018 -264, -268, -312 en Me 2019-24, -88 en -170), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van de toegekende tegemoetkoming

De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 1680,= toegekend vanwege de inhoudelijke gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de beslissingen van 18 september 2018, 16 oktober 2018, 11 december 2018, 8 januari 2019, 5 februari 2019 en 2 april 2019 tot telkens verlenging van klagers plaatsing in afzondering voor de duur van vier weken, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van het hoofd van de instelling en van klager

Het hoofd van de inrichting heeft zijn beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te hoog omdat klager op de ZISZ-afdeling in zijn eigen verblijfsruimte in afzondering heeft verbleven en niet in een afzonderingsruimte. Volgens de door de beroepscommissie gehanteerde standaardbedragen komt klager daarom een tegemoetkoming van € 7,50 per dag toe en niet de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming van € 10,= per dag.

Door en namens klager is geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het beroep van het hoofd van de instelling.

 

3.         De beoordeling

De beroepscommissie heeft in het eerdere beroep bij RSJ 22 maart 2019,

R-18/1859/TA en R-18/1886/TA een tegemoetkoming van € 280,= (28 dagen x € 10,=) toegekend voor de inhoudelijke gegrondverklaring van het beklag betreffende de beslissing tot verlenging van klagers afzondering voor de duur van vier weken in dezelfde ruimte als in het onderhavige beroep aan de orde is,  namelijk de eigen verblijfsruimte. Gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, waaronder met name de zeer lange duur van onafgebroken afzondering, kan de beroepscommissie zich verenigen met de door de beklagrechter toegekende tegemoetkoming van € 10,= per dag voor de in beklag aan de orde zijnde volgende aaneensluitende verlengingen.

Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. T.B. Trotman, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 november 2019.

 

 

 

 

            secretaris                                voorzitter

 

 

 

 

 

Naar boven