Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4155/TA, 05 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:05-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/4155/TA

betreft: [klager]                                    datum: 5 november 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2019 van de beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de instelling, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. M.C. Vermeul, kantoorgenoot van klagers raadsman mr. J.J. Weldam, en namens het hoofd van voormelde tbs-instelling […], jurist. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de interne overplaatsing van de afdeling Kievit naar de afdeling Meresteijn (OV2019/23). De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de instelling

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager kan wel in zijn klacht worden ontvangen. Een vermeende schending van een recht is volgens RSJ 3 december 2009, 09/2201/TA vatbaar voor beklag. Klager wil op de afdeling Kievit verblijven, omdat daar op resocialisatie gerichte groepsbehandeling plaatsvindt. Klager is in strijd met artikel 2 Bvt van de resocialisatie-afdeling Kievit overgeplaatst naar de afdeling Meresteijn. Bovendien is klagers verlof ingetrokken, wat beklagwaardig is. Het is de bedoeling dat klager een individuele behandeling krijgt, wat volgens klager inhoudt dat hij op een afdeling voor intensieve zorg moet verblijven. De reden voor de overplaatsing is dat sprake is geweest van ongewenste intimiteit tussen een personeelslid en klager. De bedoelde medewerkster werkt inmiddels niet meer op de afdeling Kievit.

Klager heeft ter zitting het volgende verklaard.
Hij wil niet terug naar de afdeling Kievit. Daar is destijds medewerkster T. komen werken nadat haar team van een andere afdeling uit elkaar was gehaald vanwege de vele relaties die iedereen daar met elkaar had. Klager heeft zijn mentor I. gemeld niet gediend te zijn van het gedrag dat T. op de afdeling Kievit liet zien naar klager toe, waarop zijn mentor hem heeft gemeld dit in de gaten te zullen houden en dat klager afstand moest nemen van personeelslid T. Zijn mentor ging echter weg, waarna klager drie keer heeft geprobeerd het behandelteam te spreken over het feit dat hij niet gediend was van het gedrag van T. naar hem toe. Nadat klager T. had gezegd dat ze met haar gedrag naar hem toe moest ophouden, heeft T. personeelsleden tegen klager opgezet waardoor alles wat hij had opgebouwd is afgebroken en hij is overgeplaatst naar afdeling Meresteijn 1. Op die afdeling verblijven echter mensen met veel psychische problemen. Het was klager toegezegd dat hij later naar afdeling Meresteijn 2 zou gaan, maar er is een nieuw hoofd behandeling gekomen die heeft gezegd dat klager daar niet geplaatst zal worden. Wat betreft het weigeren van de urinecontrole heeft klager een klacht ingediend, omdat er veel drugsgedoe in de instelling is. Men kan niet verwachten dat klager met een glimlach medewerking blijft verlenen zolang men hem het leven zuur maakt.
Namens het hoofd van de instelling is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De toegezonden samenvatting van de evaluatie van klagers begeleid verlof geeft een goede uiteenzetting van de feiten. Inmiddels is geconcludeerd dat het niet is aangewezen klager naar een reguliere leefgroep te laten terugkeren. Gepoogd wordt het resocialisatietraject tijdens klagers verblijf op de afdeling Meresteijn te hervatten als hij voldoende in samenwerking is en geen positieve uitslagen bij urinecontroles heeft. Klager weigert echter tot op heden aan die controles mee te werken. De verlofmachtiging voor klager loopt nog. Verlof kan alleen worden verleend als dat verantwoord is. Dit is afhankelijk van klagers gedrag.  Er is geen recht op verlof. Van een schending van enig recht is daarom geen sprake. Afdeling Kievit 2 is een pre-resocialisatieafdeling, waar patiënten verblijven als opstap naar resocialisatie. Klager verbleef op afdeling Kievit 1. Deze afdeling is een reguliere behandelafdeling, niet een resocialisatieafdeling. Klager is naar de afdeling Meresteijn overgeplaatst omdat sprake was van veel onrust, een verslechterde samenwerking en het beschuldigen van een medewerkster van grensoverschrijdend gedrag waar de instelling geen enkele aanleiding voor heeft gevonden. Het is niet zo dat klager door de overplaatsing geen verlof meer kreeg. Het was vanwege zijn gedrag niet langer verantwoord klager verlof te verlenen.

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat anders dan namens klager is aangevoerd geen sprake is van een interne overplaatsing van een resocialisatie-afdeling naar een afdeling voor intensieve zorg, maar van de ene reguliere afdeling - waar groepsgerichte behandeling plaatsvindt - naar de andere reguliere afdeling - waar individuele behandeling plaatsvindt. Verder is gesteld, maar niet gebleken dat sprake is van schending van enig in de wet of verdrag neergelegd recht. De beroepscommissie kan daarom niet toekomen aan de door klager gewenste inhoudelijke beoordeling van de interne overplaatsing. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. N.C. Lookeren Campagne, voorzitter, prof. dr. H.J.C. van Marle en mr. drs. L.C. Mulder, leden,  in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 5 november 2019.

 

            secretaris                                 voorzitter        

 

Naar boven