Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2344/GA, 15 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2344/GA

betreft: [klager] datum: 15 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 29 september 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Overijssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de bejegening door het personeel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hij door het personeel van de inrichting gediscrimineerd wordt. Kennelijk vindt de beklagcommissie dat een normale zaak. Klager is inmiddels 42 dagen ziek en krijgt geen ziekengeld uitgekeerd. Klager heeftgeen financiële middelen en kan binnenkort de huur van zijn tv, radio en koelkast niet meer betalen en kan ook geen postzegels meer kopen. Klager heeft ten onrechte een gevangenisstraf van 220 dagen opgelegd gekregen waarvan hij ernog 52 moet uitzitten.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep gehandhaafd.

3.
De beoordeling
Voorzover klager het beklag in beroep heeft uitgebreid met het niet uitbetalen van 'ziekengeld', laat de beroepscommissie dit bij haar beoordeling buiten beschouwing. Dat niet uitbetalen maakt immers geen deel uit van het aan hetberoep ten grondslag liggende klaagschrift.

Het beklag is gericht tegen feitelijke gedragingen van inrichtingspersoneel. Die gedragingen leveren geen beklagwaardige beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De uitspraak van de beklagcommissie kan daaromniet in stand blijven en klager moet alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven