nummer: R-18/1355/TA
betreft: [klager] datum: 25 september 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder ook te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 20 juli 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de inrichting gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 14 augustus 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord […], jurist bij FPC De Rooyse Wissel. Tevens was als toehoorder ter zitting aanwezig […], lid van de Raad. Klager heeft meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter, voor zover daartegen beroep is ingesteld
Het beklag betreft het verrekenen van een aflossing van € 20,= per maand met het vaste deel van klagers zak- en kleedgeld. (RV2017/000573) De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard maar aan klager ter zake geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit de ten tijde van het beklag geldende Financiële regeling, bijlage 9 bij de huisregels, artikel 5.9, die aan de beroepscommissie wordt overgelegd, volgt dat een voorschot kan worden verrekend met het vaste deel van het zak- en kleedgeld. Deze versie van de huisregels was van kracht vanaf 1 november 2016 tot augustus 2018. Bij de stukken is een andere versie van Financiële regeling gevoegd, die toentertijd niet van toepassing was. De aflossingen van het voorschot zijn in juni 2017 van het vaste deel van klagers zak- en kleedgeld afgeschreven en vanaf juli 2017 tot en met oktober 2017 van het variabele deel van zijn zak- en kleedgeld. Zowel het vaste als het variabele deel van het zak- en kleedgeld wordt op klagers rekening gestort. Dit is vestzak-broekzak. Voor de betreffende afschrijvingen wordt verwezen naar bladzijde 3 van het bij het beroepschrift gevoegde rekeningafschrift. Er is eenmaal € 20,= afgeschreven van het vaste gedeelte, hetgeen is toegestaan, en daarna is - ter tegemoetkoming van klager - besloten om het voortaan van het variabele gedeelte af te schrijven. Er is geen sprake geweest van ‘rechttrekken’. Op dit punt is er niets misgegaan maar verder is er wel wat misgegaan op het punt van klagers financiën. Als klager ter zitting aanwezig was geweest, zou de vertegenwoordiger van het hoofd van de inrichting daarvoor excuses aan klager hebben aangeboden.
Klager heeft zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagrechter in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Namens het hoofd van de inrichting is ter zitting van de beroepscommissie de ten tijde van het beklag geldende Financiële regelgeving, bijlage 9 bij de huisregels artikel 5.9 overgelegd, waaruit kan worden opgemaakt dat een verleend voorschot op het zak- en kleedgeld - anders dan door de beklagrechter is geoordeeld - wel kan worden ingehouden op het vaste deel van het zak- en kleedgeld. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond zal verklaren, de uitspraak van de beklagrechter op dit punt zal vernietigen en het beklag alsnog ongegrond zal verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, drs. M. Daniel en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 september 2019.
secretaris voorzitter