Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2278/GA, 25 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Roken  v

nummer:          R-18/2278/GA

betreft: [klager]                                    datum: 25 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J.J. van Rijsbergen, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 14 november 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.J.J. van Rijsbergen om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het niet mogen invoeren van klagers rookwaren (IJ-2018-000928). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De rookwaren die klager wil invoeren, zijn niet verkrijgbaar in de winkel. De invoer hiervan wordt niet uitgesloten door de (huis)regels. Klager stelt dat wanneer een gedetineerde verzoekt om bepaalde goederen in te voeren, dat moet worden gekeken of hierdoor de orde, rust of veiligheid in de inrichting in het gedrang komt. Met de invoer van klagers sigaren was daar geen sprake van. Verder stelt klager dat de directeur voorafgaand aan zijn beslissing een gemotiveerde en kenbare afweging dient te maken tussen het belang van klager bij de invoer enerzijds en de belangen zoals vermeld in artikel 45, eerste en tweede lid, van de Pbw anderzijds. Voorts ontkent klager dat hem is medegedeeld dat zijn rookwaren werden ingevoerd bij wijze van uitzondering. De directeur heeft ook niet aangegeven waarom zou zijn besloten een uitzondering te maken. De beslissing van de directeur is niet alleen onredelijk en onbillijk, maar ook in strijd met de (huis)regels. Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en een tegemoetkoming toe te kennen. De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Het invoeren van toiletartikelen, rookwaren en etenswaren is niet toegestaan. Deze artikelen worden namelijk door de inrichting verstrekt of kunnen in de inrichtingswinkel door gedetineerden worden gekocht. Het assortiment van de inrichting bevat sigaren (La Paz wilde cigarrillos). Voorts geeft de directeur aan dat voor zover klager stelt dat hij recht heeft op aankoop van artikelen die niet in de inrichting verkrijgbaar zijn, klager doelt op de ‘Buitenwinkel’. Deze is enige tijd geleden afgeschaft. Tot slot merkt de directeur op dat voor klager een enkele keer een uitzondering is gemaakt, dit aan klager te kennen is gegeven en dat de invoer van zijn sigaren niet structureel zal worden toegestaan.

3.         De beoordeling

Het beklag ziet op de weigering klagers rookwaren in te voeren. Daarmee is sprake van een beslissing door of namens de directeur waartegen beklag open staat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag. Vanwege proceseconomische redenen zal de beroepscommissie het beklag zelf afdoen. In de paragrafen 3.7 en 4.5.1.3 van de huisregels van de p.i Krimpen aan den IJssel is bepaald dat goederen of gelijkwaardige goederen die in de winkel verkrijgbaar zijn, niet mogen worden ingevoerd. De directeur heeft overeenkomstig de huisregels klagers verzoek tot invoer van rookwaren geweigerd. Gelet hierop kan de beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beklag daarom ongegrond verklaren.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. J.W. Wabeke en J. Schagen MA, leden,  in tegenwoordigheid van mr. S.C. Vogel, secretaris, op 25 juli 2019.

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven