Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2130/GA, 15 augustus 2019, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2130/GA

betreft: [klager]                                               datum: 15 augustus 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 26 oktober 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting Arnhem, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft:

- het feit dat op 3 oktober 2018 klagers cel is doorzocht (klachtnummer A-2018-371);

- het feit dat klager niet in de gelegenheid wordt gesteld om te bellen (klachtnummer   A-2018-373);

- de wijze waarop over klager wordt gerapporteerd (klachtnummer A 2018-374).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

A-2018-371: Klager heeft zijn klacht van 3 oktober 2018 op 8 oktober 2018 afgegeven aan een piw-er. Hij heeft dit blijkbaar niet direct extern gepost, hetgeen buiten het bereik van klager ligt en waarover hij de voorzitter ook niet heeft kunnen informeren.

A-2018-373: Klagers Telio-account kon gedurende twee weken niet gebruikt worden, hetgeen door de psycholoog en een piw-er is geconstateerd. Ook nadien is klager geblokkeerd in zijn telefoonverkeer, dan wel is getracht te voorkomen dat hij contact kreeg met bepaalde personen, een hoogleraar van de VU in het bijzonder.

A-2018-374: Deze klacht gaat niet over bejegening door inrichtingspersoneel, maar om het inkleuren, verdraaien en liegen dat zich uitstrekt tot in de D&R-rapportage. Op basis van deze rapportage kan de directeur verstrekkende beslissingen nemen. De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

A-2018-371: Navraag bij het in het klaagschrift genoemde personeelslid wees uit dat hij de brief van klager na ontvangst per direct op de post heeft gedaan. Indien de post van klager vertraging heeft opgelopen betreft dit geen beslissing genomen door of namens de directeur zoals genoemd in artikel 60 van de Pbw.

A-2018-373: Navraag bij de afdeling waar de klager verbleef wees uit dat er niks bekend is over een telefoon blokkade of het niet functioneren van het Telio-account van klager.

A-2018-374: Een D&R rapportage wordt onder ambtseed cq ambtsbelofte opgemaakt. Hiervoor tekent de rapporteur. Dit houdt in dat het schriftelijk verslag nauwkeurig, volledig en waarheidsgetrouw wordt opgemaakt.

3.         De beoordeling

T.a.v. klachtnummer A-2018-371:

Ingevolge artikel 61, tweede lid, van de Pbw kan de indiening van het klaagschrift door tussenkomst van de directeur van de inrichting waar de gedetineerde verblijft geschieden. De directeur draagt in dat geval zorg dat het klaagschrift of, indien het klaagschrift zich in een envelop bevindt, de envelop van een dagtekening wordt voorzien, welke geldt als dag van indiening. Niet is gesteld of gebleken dat de piw-er, die de klacht in ontvangst nam, een aantekening als hier bedoeld heeft gemaakt. Onder die omstandigheden kan niet worden uitgesloten dat het niet aan klager te wijten is dat de klacht buiten de in artikel 61, vijfde lid, van de Pbw genoemde termijn is ontvangen. Het beroep zal op dit onderdeel derhalve gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd. De beroepscommissie kan bij gebreke aan informatie omtrent het doorzoeken van klagers cel niet vaststellen of dit op juiste gronden is gebeurd. Zij verwijst de zaak terug naar de beklagrechter om opnieuw op de klacht te beslissen.

T.a.v. klachtnummer A-2018-373:

Klager stelt dat zijn Telio-account geblokkeerd zou zijn geweest, alsook dat getracht zou zijn te voorkomen dat klager met bepaalde personen contact zou krijgen. Nu blijkens de reactie van de directeur niets bekend is over een blokkade dan wel het niet functioneren van klagers Telio-account en klager zijn standpunt onvoldoende met concrete gegevens heeft onderbouwd, verklaart de beroepscommissie het beroep op dit onderdeel ongegrond.

T.a.v. klachtnummer A-2018-374:

Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van klacht A-2018-371 gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter in zoverre en verwijst de zaak terug naar de beklagrechter om opnieuw op de klacht te beslissen De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van A-2018-373 en A-2018-374 ongegrond en bevestigt dienaangaande de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. D. van der Sluis en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris,  op 15 augustus 2019.                 

 

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven