Nummer: 03/2346/GB
Betreft: [klager] datum: 9 december 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 2 oktober 2003 door de selectiefunctionaris doorgezonden en op 6 oktober 2003 bij het secretariaatvan de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1981], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 september 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, die op 29 september 2003 aan klager is uitgereikt,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrondverklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 28 juni 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Boschpoort te Breda. Op 2 oktober 2003 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Hij is eerder gedetineerd geweest in een jeugdgevangenis waar gedetineerden van 18 tot 22 jaar zaten. Dat ging niet goed. Hij vocht daar vaak en raakte regelmatig in de problemen. Nadat hij 21 jaar was geworden heeft hij die eerderedetentie verder uitgezeten in een inrichting voor volwassenen en heeft hij geen problemen meer gehad. Klager kan beter overweg met volwassenen. Zes maanden nadat hij was vrijgelaten, is hij weer opgepakt en gedetineerd. Hij wordtverdacht van poging tot doodslag. Klager meent dat hij in de jeugdgevangenis gewend is geraakt aan geweld. Klager wil graag geplaatst worden in een inrichting voor volwassenen. In een jeugdinrichting verwacht hij weer in deproblemen te komen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 15 september 2003 heeft de directie van de locatie Breda een eerste jovo-indicatiestelling uitgebracht. Klager scoorde op het item kwetsbaarheid, hetgeen betekent dat hij in redelijke mate beïnvloedbaar is voor negatieveinvloeden van medegedetineerden waarbij kwalificaties als onder andere angst, gespannenheid, slaapproblemen en pesten aan de orde komen. Bij een tweede indicatiestelling wordt bezien wat het meest geëigende traject is om debetrokkene in te plaatsen. Op 16 september 2003 is beslist klager in het jovo-circuit te plaatsen. Klager voldoet aan de criteria voor een dergelijke plaatsing en de minister van Justitie heeft daartoe specifieke inrichtingenaangewezen. Het beroep van klager verschaft geen andere inzichten.
4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meergedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen,Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goedepersoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde isgebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op artikel 16, aanhef en onder b van de Regeling, qua leeftijd valt in de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagersindicatiesteling gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft “kwetsbaarheid”; dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling. Het bestaan van die indicatiestelling blijkt uitde zich bij de stukken bevindende verzamelstaat; de onderbouwing is terug te vinden in de formulieren “Vragen aan de gedetineerde (door BSD of PIW)” en “Vragen aan het PIW”.
4.3. Klager betwist de plaatsing gemotiveerd, zowel in bezwaar als in beroep, omdat hij een eerdere detentie in het jovo-circuit heeft ondergaan en deze plaatsing problematisch was, hetgeen niet is weersproken. De beslissing van deselectiefunctionaris, waarin op die bezwaren niet nader wordt ingegaan dan wel een deskundigenrapportage wordt overgelegd, moet daarom als onvoldoende gemotiveerd moet worden aangemerkt. Derhalve zal het beroep gegrond wordenverklaard en dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangstdaarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 14 november 2003
secretaris voorzitter