Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4026/GV, 30 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-19/4026/GV

Betreft:            […]      datum: 30 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 18 juni 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de onderliggende stukken. De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2.         De standpunten

Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) is klagers aanwezigheid bij het 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders op 19 september 2019 niet noodzakelijk. Het OM is er niet van overtuigd dat klager daar welkom is. Vanwege de gezondheid van zijn vader, mag klager eenmaal per drie maanden onder begeleiding op bezoek bij zijn ouders. Klagers vader zal worden geopereerd, waarbij de kans dat hij dat overleeft op 20% wordt geschat. Tijdens de familiebijeenkomst zal dan ook niet alleen het jubileum worden gevierd, maar ook worden nagedacht over de toekomst. Klagers vader wil graag dat klager daarbij aanwezig is. Het multidisciplinair overleg (MDO) heeft positief geadviseerd. Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers aanwezigheid op het huwelijksfeest is niet noodzakelijk. Klager komt niet in aanmerking voor onbegeleid verlof, omdat hij na zijn gevangenisstraf en vervangende hechtenis zal worden ingesloten op de vrijheidsbenemende maatregel van lijfsdwang. Klager heeft voor het eerst in beroep vermeld dat de bijeenkomst ook dient om na te denken over de toekomst. Op grond van zijn functioneren in de inrichting bestaat geen bezwaar tegen verlofverlening, maar de wet voorziet niet in een verlofmogelijkheid op deze grond. Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht. De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, onder verwijzing naar het advies van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal bij het ressortsparket te Den Bosch heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klagers aanwezigheid bij het huwelijksjubileum niet noodzakelijk is en omdat informatie ontbreekt om de voorwaarden van artikel 22 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) te kunnen toetsen.

De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres.

3.         De beoordeling

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof, om het 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders bij te wonen. Dit is voor hem extra belangrijk, omdat zijn vader daarna een risicovolle operatie zal ondergaan. Uit het selectieadvies en uit klagers registratiekaart blijkt dat klager – zoals hij ook in beroep heeft aangevoerd – op de voet van artikel 25 van de Regeling driemaandelijks bij zijn vader op bezoek mag, omdat deze niet tot reizen in staat is. Deze bezoeken vonden plaats in december 2018, maart 2019 en juli 2019. Uit het dossier blijkt niet dat deze regeling op korte termijn zou komen te vervallen. Gelet daarop en nu de geplande bijeenkomst kennelijk (mede) in het teken staat van de medische situatie van klagers vader, heeft de Minister niet afdoende gemotiveerd waarom deze zogenaamde ‘omgekeerd bezoek’-mogelijkheid niet – eenmalig, onder dezelfde voorwaarden en in plaats van het reguliere bezoek – benut zou kunnen worden om het huwelijksjubileum op 19 september 2019 te bezoeken. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de Minister opdragen binnen een termijn van twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Zij ziet geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 30 juli 2019.

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven