nummer: R-18/1829/GA
betreft: [Klager] datum: 28 juni 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. Duin, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 23 juli 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, is de raadsman van klager, mr. J.C. Duin, gehoord. Voorts is gehoord […], juridisch medewerker bij de locatie Sittard. Klager heeft afstand gedaan van zijn aanwezigheidsrecht en heeft daarom geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord ter zitting. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel, ingaande op 29 mei 2018, vanwege de weigering mee te werken aan plaatsing in een meerpersoonscel (G-2018-000480). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De beoordeling
Klager klaagt over een disciplinaire straf die zou zijn ingegaan op 29 mei 2018. Op basis van het dossier en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen kan niet worden vastgesteld dat aan klager op 29 mei 2018 een disciplinaire straf is opgelegd. In het dossier zit immers geen beslissing. In elk geval staat vast dat vanaf 29 mei 2018 geen disciplinaire straf ten uitvoer is gelegd of dat klager vanaf vorengenoemde datum in een strafcel verbleef. Gelet op het voorgaande heeft klager geen belang bij de behandeling van zijn klacht. De beklagcommissie had klager dan ook niet-ontvankelijk moeten verklaren.
3. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. dr. P. Jacobs, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 28 juni 2019.
secretaris voorzitter