Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1984/GA, 17 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1984/GA

betreft: [klager]                                               datum: 17 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.T. Schrama, namens  […], verder te noemen klager,  gericht tegen een uitspraak van 4 oktober 2018 van de beklagcommissie bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht te Balkbrug,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.T. Schrama om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:

a. de uitslag van de urinecontrole die een week later dan gebruikelijk bekend is gemaakt (VP 2018-000045) en

b. twee urinecontroles met twee verschillende resultaten (VP 2018-000051). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Voor de urinecontrole en het herhalingsonderzoek is dezelfde urine gebruikt. Toch verschillen de uitslagen van elkaar. De uitslag van het herhalingsonderzoek is namelijk hoger uitgevallen. Daarom is mogelijk sprake van verwisseling van klagers urine met de urine van een medegedetineerde. Dit klemt temeer nu de directeur de stukken met betrekking tot de urinecontroles niet heeft overgelegd. Hierdoor is niet te controleren of beide urinecontroles conform de geldende procedures en met correcte urine zijn uitgevoerd. Klager stelt dat deze onzekerheid in zijn voordeel dient te worden uitgelegd. De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft positief gescoord op de urinecontrole. Dit blijkt ook uit het herhalingsonderzoek. De directeur verwijst hiervoor naar het bijgevoegde rapport. Vanwege de periode tussen de afname van de urine in april 2018 en de procedure in beroep, is het aanvraagformulier of een kopie daarvan niet meer in het bezit van de directie en is dit niet bijgevoegd in beroep.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie vat de verwijzing naar artikel 58, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden in de uitspraak van de beklagcommissie op als een verwijzing naar artikel 61, eerste lid, van de Pbw.

Ad a.

Hetgeen in beroep is aangevoerd levert geen nieuwe informatie en kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ad b.

Nu (een kopie van) het aanvraagformulier in beroep niet is overgelegd, kan niet worden nagegaan of de urinecontrole in overeenstemming met de in de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen gegeven voorschriften heeft plaatsgevonden, en of verwisseling van urine heeft plaatsgevonden. De beroepscommissie verklaart het beroep in zoverre gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Zij verklaart het beroep ten aanzien van b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag alsnog gegrond en kent een tegemoetkoming toe van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J. de Lange, voorzitter, mr. J.W. Wabeke en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Vogel, secretaris, op 17 juli 2019.

 

 

secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven