Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2426/GB, 5 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2426/GB

Betreft: [klager] datum: 5 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het bureau selectiefunctionarissen op 14 oktober 2003 ontvangen beroepschrift, dat bij hetsecretariaat van de Raad op 17 oktober 2003 is ingekomen van

[...], geboren op [1979], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 oktober 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager om hem over te plaatsen naar de gevangenis-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 30 november 1998 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat gevangenisstraffen van respectievelijk tien jaar en drie weken, met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op 22 februari 2000. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op ofomstreeks 9 augustus 2005.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager heeft alles al gedaan om te worden overgeplaatst naar Krimpen aan den IJssel, maar tot nu toe gaat dat heellangzaam en moeizaam. Er wordt weinig gedaan om het mogelijk te maken dat klager een bakkersopleiding kan volgen. In de locatie Dordtse Poorten doen ze niets voor klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 4 juli 2003 geplaatst in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten. Op 26 augustus 2003 heeft klager een schriftelijk verzoek ingediend om overgeplaatst te worden naar de locatie De IJssel om daar debakkersopleiding te mogen volgen. Uit de informatie van de directie van Dordtse Poorten blijkt dat klager enkele dagen na binnenkomst verzoekt om plaatsing in de observatiecel voor twee dagen. Hij wordt daarna teruggeplaatst, waarnahij naar de interne zorgafdeling wordt overgeplaatst. Klager wordt beschreven als een persoon met wisselende stemmingen, die op het ene moment ageert tegen alles en op een ander moment zeer correct kan reageren. Klager heeft moeitemet correcties van personeel en reageert daarop over het algemeen agressief. Hij heeft geen aansluiting in de groep en verblijft regelmatig op zijn cel. Op de arbeid functioneert hij redelijk en hij neemt deel aan andereactiviteiten. Klager heeft zijn verzoek tot overplaatsing naar De IJssel, om daar deel te nemen aan de bakkersopleiding, niet gemotiveerd. Hij geeft ook niet aan wat hij met een bakkersdiploma wil gaan doen. Klagers verzoek wordtonvoldoende onderbouwd geacht, waarbij in ogenschouw wordt genomen dat klager recent is geselecteerd en geplaatst in Dordtse Poorten, waarbij alle overwegingen om klager eventueel elders te plaatsen zijn meegewogen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten is een gevangenis voor
mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is recent, sinds 4 juli 2003, geplaatst in de locatie Dordtse Poorten.
Klagers functioneren in de huidige inrichting is wisselend en zijn geschiktheid voor het volgen van een bakkersopleiding is (nog) niet gebleken. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde grondengebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
De beroepscommissie gaat ervan uit dat de selectiefunctionaris indien klager daadwerkelijk geschikt en voldoende gemotiveerd blijkt voor het volgen van een bakkersopleiding zijn selectiebeslissing zal heroverwegen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven