Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2341/GB, 27 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2341/GB

Betreft: [klager] datum: 27 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1956], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 september 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, die op 2 oktober 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Groningen afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 10 februari 2003 gedetineerd. Hij verblijft na beëindiging van zijn voorlopige hechtenis sinds 9 juli 2003 als tbs-passant in het h.v.b. Zwolle.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Groningen als volgt toegelicht.
Klager wil graag naar Groningen, omdat daar de as van zijn onlangs overleden echtgenote zich bevindt, en kan naar zijn mening ook naar Groningen worden overgeplaatst. Hij heeft een raadsman die wel vaker tbs-passanten in het h.v.b.Groningen bezoekt. Bovendien moet nog een door de officier van justitie ingediend hoger beroep tegen klagers vrijspraak, ter zake van het delict dat hij tijdens zijn proefverlof gepleegd zou hebben, behandeld worden bij het hofLeeuwarden.
Verder wordt klager in de gedragsrapportage er ten onrechte van beschuldigd dat hij medegedetineerden zou opstoken drugs mee te nemen. Hier is nooit met hem over gesproken en ook het personeel van zijn verblijfsafdeling is daaroververbaasd.
Hij wil het beroep graag mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het meest zwaarwegende argument voor de afwijzing ligt in de omstandigheid dat volgens het thans geldende beleid uit beveiligingsoverwegingen onder meer geen tbs-passanten meer worden opgenomen in Groningen.
Verder wordt in de dagrapportage van 14 september 2003 door een medewerker van klagers verblijfsafdeling gemeld dat het gerucht gaat dat klager medegedetineerden opstookt om drugs mee te nemen van het bezoek of van buitenaf, alsmededat een met naam genoemde medegedetineerde klager te kennen heeft gegeven daaraan niet te willen meewerken. Volgens informatie van 21 oktober 2003 van het bureau selectie- en detentiebegeleiding van de penitentiaire inrichtingOverijssel te Zwolle is een en ander met klager doorgesproken.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht zijn beroep mondeling toe te mogen lichten. De beroepcommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich op grond van de stukken voldoende voorgelicht acht om het beroep te behandelen.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als tbs-passant - na de intrekking van zijn proefverlof - in afwachting van plaatsing in een tbs-inrichting, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring(dan wel gevangenissen) zijn bestemd.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is - hoezeer ook begrijpelijk dat klager met het oog op rouwverwerking aldaar geplaatst wil worden- niet in strijd met de wet en kan, bijafweging van alle in aanmerking komende belangen, met name gelet op het thans geldende opnamebeleid in het h.v.b. Groningen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven