Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1685/GA, 28 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1685/GA

betreft: [klager] datum: 28 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 3 juli 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Noordsingel van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe mr. K. Blonk om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een (interne) overplaatsing nadat was toegezegd dat klager niet meer (intern) overgeplaatst zou worden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt zijn beklag mondeling te mogen toelichten bij de beroepscommissie. Bij die gelegenheid kunnen de teamleider en een bewaarder als getuigen worden gehoord. Klager is met die personen mondeling overeengekomen niet meer(intern) overgeplaatst te zullen worden. De directeur heeft ook een zodanige toezegging gedaan tegenover klager, die hij echter later weer heeft ingetrokken. De directeur heeft dan wel getracht klager zoveel mogelijk bewegingsruimtetoe te kennen, maar is in die poging te ver doorgeschoten. Door klager binnen korte tijd vijf maal (intern) over te plaatsen, zijn klagers belangen geschaad.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om zijn beroep ter zitting van de beroepscommissie te mogen toelichten. Bij die gelegenheid zouden dan ook twee getuigen moeten worden gehoord. De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en zal de zaakdaarom schriftelijk afdoen. Klagers verzoek om een mondelinge behandeling van het beroep en om het horen van getuigen, wordt afgewezen.

De beroepscommissie acht aannemelijk dat klager door de onderhavige interne overplaatsing ongemak heeft ondervonden. De directeur is echter verplicht om door de officier van justitie of de rechter-commissaris aan een gedetineerdeopgelegde beperkingen ten uitvoer te leggen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrondworden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven