Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2319/TB, 29 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:29-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2319/TB

betreft: [klager]                                                                       datum: 29 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een beslissing van 26 november 2018 van de Minister voor Rechtsbescherming, verder te noemen verweerder,   alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.  Ter zitting van de beroepscommissie van 3 april 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. J.A.W. Knoester, en namens verweerder, […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Als toehoorder was aanwezig […], eveneens werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van voormeld ministerie. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was gezorgd, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.   Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

Verweerder heeft beslist klager na herbeoordeling te plaatsen in een longstayvoorziening van FPC de Pompestichting (hierna: de Pompestichting), hetgeen moet worden begrepen als een beslissing tot het voortzetten van klagers verblijf in genoemde voorziening.

2.         De feiten

Klagers tbs-maatregel is op 30 juni 2000 aangevangen. Klager is op 13 juli 2017 geplaatst in de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland. Op 23 maart 2018 en 8 april 2018 zijn pro justitia rapportages uitgebracht die het advies inhielden de longstay status van klager te handhaven. Het hoofd van de Pompestichting heeft op 28 augustus 2018 aangegeven de sombere prognose van de PJ-rapporteurs te ondersteunen en geadviseerd klagers longstay status te verlengen. Vervolgens heeft de Landelijke Adviescommissie Plaatsing longstay forensische zorg (LAP) op 9 november 2018 geconcludeerd dat hervatting van een op verandering gerichte behandeling niet zinvol is. Verweerder heeft op 26 november 2018 beslist klagers verblijf in de longstayvoorziening voort te zetten.

3.         De standpunten

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De LAP en de Minister hebben geen inhoudelijke aandacht besteed aan de namens klager gemaakte opmerkingen. De tbs van klager duurt inmiddels bijna 18 jaar. De LAP constateert dat bij klager sprake is van een voorzichtige positieve tendens in zijn gedrag. Hij is actiever en beter in het contact met zijn mentor. Seksueel grensoverschrijdend gedrag is niet waargenomen. Hooguit is een enkele keer sprake geweest van een seksueel getinte opmerking. Deze positieve aspecten zijn onvoldoende op hun waarde geschat. De LAP overweegt dat vanuit Static/Stable de leeftijd en lichamelijke problemen van klager verzachtende factoren zijn. Vervolgens wordt onvoldoende gemotiveerd gesteld dat wordt betwijfeld of die factoren van invloed zijn op het risico. Klager meent dat de LAP en de Minister hadden moeten wachten op de uitkomst van de te houden zorgconferentie. Klager meent dat een lager beveiligingsniveau mogelijk is. De zorgconferentie staat gepland voor 17 juni 2019. Klager is niet naar de zitting van de beroepscommissie gekomen, om te benadrukken dat de zorgconferentie eerst moet worden afgewacht. Klager verzoekt dan ook de beslissing op het beroep aan te houden tot na de zorgconferentie. Het LAP-advies bevat tegenstrijdigheden. Het behandelplafond zou zijn bereikt. Klager krijgt meer medicatie dan in FPC Van Mesdagkliniek. Hij heeft veel geleerd en zijn libido is afgenomen. Klager denkt dat een ander traject ook mogelijk is.

Namens verweerder is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. De uitgebrachte adviezen bieden geen aanknopingspunten voor een nieuwe behandelpoging en/of uitstroom naar een minder beveiligde setting. Ondanks meerdere behandelpogingen is klagers problematiek nog immer aanwezig. De Minister verwijst naar de uitgebrachte adviezen. In de PJ-rapportage van 8 april 2018 concludeert psychiater G. dat niet te verwachten is dat klager nog zal veranderen, de prognose blijft somber. Voor wat betreft het risicomanagement is het verblijf binnen een gesloten longstay-voorziening noodzakelijk. In de PJ-rapportage van 23 maart 2018 concludeert psycholoog K. dat de behandelingen in FPC Van der Hoevenkliniek en FPC Dr. S. van Mesdag niet succesvol zijn gebleken. Probleembesef en –inzicht is nog altijd ontbrekend. Gezien het hoge recidiverisico is een longstayplaatsing noodzakelijk om de maatschappij te beveiligen. De toekomstverwachting is somber waarbij niet ondenkbaar is dat hij levenslang aangewezen zal zijn op het beveiligingsniveau dat de longstayafdeling biedt. Ook FPC Pompestichting adviseert de longstaystatus te verlengen. De inrichting stelt dat gezien het nog immer persisterende risico, mede vanwege het ontbrekende ziekte-inzicht en probleembesef evenals de afwezigheid van intrinsieke motivatie tot behandeling en/of toezicht, beveiliging en toezicht, controle en begeleiding binnen een dwingend kader noodzakelijk is om risico’s te kunnen managen. De LAP acht in zijn advies van 9 november 2018 hervatting van een op verandering gerichte behandeling niet zinvol. Uitstroom naar een minder beveiligde setting behoort niet tot de mogelijkheden. Dat de LAP bij de volgende herbeoordeling nadere informatie wenst te ontvangen, betekent niet dat de huidige beslissing niet in stand zou kunnen blijven. Ook het vastgestelde beveiligingsniveau biedt hiervoor geen aanknopingspunt nu het beveiligingsniveau ziet op de mogelijkheid van het aanvragen van begeleid verlof vanuit een longstay-voorziening en niet op het buiten de longstay noodzakelijke beveiligingsniveau. Wat betreft de zorgconferentie valt niet in te zien welk doel gediend is met aanhouding van de beslissing totdat de uitkomsten van deze zorgconferentie bekend zijn geworden. Mocht de zorgconferentie aanleiding geven tot een andere beslissing, dan zal daar op dat moment naar worden gehandeld. De LAP ziet geen behandelmogelijkheden. Het gaat weliswaar beter met klager, maar dit zijn waarnemingen in een gestructureerde omgeving. Met verlofmogelijkheden wordt gedoeld op begeleid verlof, waarmee de inrichting kan zien hoe klager omgaat met vrouwen. Op korte termijn zullen de eerste verloven gepland worden. Omtrent klagers COPD zal binnenkort een neurologisch onderzoek plaatsvinden. De inrichting ondersteunt klager in het stoppen met roken.

4.         De beoordeling

Namens klager is ter zitting van de beroepscommissie verzocht de behandeling van het beroep aan te houden tot na de zorgconferentie die gepland staat voor 17 juni 2019. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu de Minister ter zitting van de beroepscommissie heeft toegelicht dat – zo begrijpt de beroepscommissie – afhankelijk van de uitkomsten van de zorgconferentie, verdere vervolgstappen zullen worden gezet. De overgelegde rapportages geven onvoldoende aanleiding een beslissing op het beroep tot dat moment aan te houden.
Klager verblijft sinds 13 juli 2017 in de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland. In paragraaf 6.3 van het Beleidskader longstay forensische zorg van 1 januari 2009, in werking getreden op 1 juni 2009, is bepaald dat door middel van een periodieke toets driejaarlijks door de LAP wordt beoordeeld of voortzetting van de longstaystatus nog gerechtvaardigd is. Bij deze toets is het van belang de behandelingsvatbaarheid van de ter beschikking gestelde te onderzoeken. Uit de pro justitia rapportages van 23 maart 2018 en 8 april 2018 van GZ-psycholoog K. en psychiater G. komt naar voren dat klager onbehandelbaar is gebleken. De rapporteurs zien geen (nieuwe) aanknopingspunten voor een behandeling. Een verblijf op een longstayafdeling is derhalve aangewezen waarbij voor klager het optimaliseren van zijn levenskwaliteit binnen een hoge mate van beveiliging het doel zal moeten zijn. Klager is vrijwel geheel afhankelijk van externe factoren om recidive te voorkomen. Beide rapporteurs adviseren daarom de longstaystatus van klager te handhaven. Ook de LAP adviseert op 9 november 2018 de longstaystatus van klager voort te zetten. De LAP is van oordeel dat naar geldend psychiatrisch inzicht in alle redelijkheid tot de vaststelling kan worden gekomen dat hervatting van een op verandering gerichte behandeling niet zinvol is. De LAP ziet voorts geen mogelijkheid voor een uitstroomtraject van klager naar een GGZ voorziening of een andere instelling, waar het noodzakelijke niveau van zorg en beveiliging geboden kan worden. De LAP heeft in haar advies nog opgemerkt bij een volgende herbeoordeling van de longstay een meer uitgebreide omschrijving van het delictgevaar te willen ontvangen, mede in relatie tot klagers gedrag richting vrouwelijke medewerkers en eventueel bezoek. Deze extra overweging vormde – zo begrijpt de beroepscommissie - voor de LAP geen aanleiding een voorbehoud te maken bij zijn advies de longstay status van klager voort te zetten. De Minister heeft daarom in redelijkheid hieraan voorbij kunnen gaan. Klager wijst verder op de voorzichtige positieve tendensen in zijn gedrag. Ook hieraan heeft de Minister in redelijkheid voorbij kunnen gaan, nu alle uitgebrachte adviezen wijzen in de richting van een voortzetting de longstay status. De positieve tendensen zijn van onvoldoende gewicht om tot een ander beslissing te komen. 

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en mr. drs. L.C. Mulder MCM, leden,  in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 29 mei 2019

 

            secretaris                                 voorzitter                   

 

 

 

 

 

Naar boven