Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1393/GA, 08 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1393/GA

betreft: [klager]            datum: 8 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Yaprak, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 19 juli 2018 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 8 maart 2019, gehouden in Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsman  mr. S. Yaprak, en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de penitentiaire inrichtingen Rotterdam. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Als toehoorder was aanwezig [...], werkzaam bij de Raad. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel wegens het gebruik van fysiek geweld tegen een medegedetineerde (S-2018-000329). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is al zes jaar gedetineerd en niet eerder disciplinair gestraft. De straf is ten onrechte opgelegd nu klager is aangevallen door de medegedetineerde en hij zich alleen heeft verdedigd. De directeur noemt dit een vechtpartij en heeft, zonder onderzoek naar de rechtmatigheid van de verdediging, klager en de medegedetineerde gestraft. Twee personeelsleden waren getuige van het hele incident, maar zijn niet als getuigen gehoord. Klagers raadsman heeft klager twee dagen na het incident gesproken. Klager gaf toen aan dat hij was aangevallen met heet water. Het bleek achteraf meer een blender. Voor zover klager zou hebben verklaard dat het een mes was, wordt aangevoerd dat het in ieder geval een zeer scherp voorwerp was. Het incident vond plaats in de keuken of in de buurt van de keuken. Voorts is klager van mening dat het horen voorafgaand aan de oplegging van de straf niet naar behoren is gebeurd. Klagers spreekt geen Nederlands en hij is in het Nederlands, zonder tolk, gehoord. Hij kan in het Nederlands geen volzin maken en hij kon daardoor zijn verhaal niet doen. Verder is klager van mening dat de beslissing van de directeur en de uitspraak van de beklagcommissie onvoldoende zijn gemotiveerd. Ook is de opgelegde straf disproportioneel nu de desbetreffende medegedetineerde werd overgeplaatst en de straf dus niet langer nodig was  ter handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt –zakelijk weergegeven – toegelicht. Helaas heeft het personeel het incident niet vanaf het begin waargenomen. Klager is gesanctioneerd, omdat de medegedetineerde twee blauwe ogen had. Klager had hier geen aannemelijke verklaring voor. De directeur acht dan ook aannemelijk dat klager de medegedetineerde twee blauwe ogen heeft geslagen. De directeur heeft gevraagd of er nog andere personeelsleden iets hadden gezien, maar de rapporteur was de enige die het incident had waargenomen. Voorts doet de omstandigheid dat de medegedetineerde werd overgeplaatst niet af aan de strafbaarheid van klager. Klager is Engelstalig. Hiervoor schakelt de directeur geen tolk in. Hij heeft zijn verhaal kunnen doen.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie stelt vast dat het begin van het incident niet door het personeel is waargenomen. Uit het schriftelijke verslag volgt dat door de rapporteur is gezien hoe medegedetineerde K. zijn arm om de nek van klager had en bezig was met een verwurging. Ook is geconstateerd dat medegedetineerde K. twee dikke bloeddoorlopen ogen had. Uit de stukken volgt dat klager heeft erkend dat hij de medegedetineerde twee blauwe ogen heeft geslagen. Klager heeft aangevoerd dat hij uit noodweer handelde en dat hij in een nekklem werd vastgehouden. Nu beide gedetineerden uit elkaar zijn gehaald nadat is geconstateerd hoe klager door de medegedetineerde in een nekklem werd gehouden, stelt de beroepscommissie vast dat klager de medegedetineerde voorafgaand aan de nekklem moet hebben geslagen. Gelet op het voorgaande acht de beroepscommissie niet aannemelijk geworden dat klager heeft gehandeld uit zelfverdediging. De directeur heeft in redelijkheid aan klager een disciplinaire straf kunnen opleggen. Hierbij is in aanmerking genomen dat de directeur na het incident navraag heeft gedaan bij het personeel en niet is gebleken dat er, naast de rapporteur, andere personeelsleden getuige zijn geweest van het incident. De beroepscommissie is van oordeel dat de disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel gelet op de mate van het toegepaste geweld niet disproportioneel is. Voor zover is geklaagd over het niet horen van klager met behulp van een tolk overweegt de beroepscommissie dat op geen enkele wijze is gebleken dat klager niet heeft begrepen over welk voorval hij werd gehoord en evenmin dat hij zijn zienswijze op het incident niet voldoende heeft kunnen geven. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 8 april 2019                                                          

 

 

secretaris                                                        voorzitter        

Naar boven