Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1246/GA, 16 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1246/GA

betreft: [klager]                                               datum: 16 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, gericht tegen een uitspraak van 25 juni 2018 van de beklagcommissie bij voormelde p.i, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van een dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het afplakken van klagers celluikje, het herhaaldelijk niet opvolgen van een opdracht van personeel en het tonen van agressie jegens personeel (VU 2018/000765). De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 7,50 toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en voegt daaraan toe dat de disciplinaire straf valt binnen de discretionaire bevoegdheid van de directeur. Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Uit het schriftelijk verslag van 30 april 2018 volgt dat klager zijn celluikje heeft afgeplakt. Toen een personeelslid hem vroeg het luikje vrij te maken, haalde hij het papier weg en sloeg hij hard op het glas van het luikje waardoor het personeel schrok. Deze gedragingen zijn onverenigbaar met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming in de zin van artikel 50, eerste lid, van de Pbw. Ingevolge artikel 51, eerste lid en onder a, van de Pbw kan de directeur voor dit feit een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte voor ten hoogste twee weken. De opgelegde straf valt binnen de kaders van de landelijke sanctiekaart. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J. Schagen MA en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 16 april 2019.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven