Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2302/GB, 18 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:18-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 Nummer:        R-18/2302/GB

 

Betreft:            [klager]            datum: 18 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.W. Bouwman, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 23 november 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen van het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere naar het h.v.b. van de p.i. Lelystad ongegrond verklaard.

2.         De feiten

2.1.      Klager verbleef sinds 24 augustus 2018 in detentie. Op 10 oktober 2018 is klager wegens de sluiting van de p.i. Almere, geselecteerd voor het h.v.b. van de p.i. Lelystad. Hij is op 19 november 2018 in vrijheid gesteld.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep - samengevat - als volgt toegelicht.

Klager heeft verzocht om overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Dordrecht vanwege de bezoekmogelijkheden voor zijn familie. Een van klagers kinderen is prematuur geboren en dient regelmatig in het ziekenhuis te verblijven. Daarbij beschikt zijn familie niet over financiële middelen hem te bezoeken in de p.i. Lelystad. De beslissing heeft voor veel stress gezorgd bij klager en heeft een ontwrichtende werking op hem en zijn gezin. Zijn bezoekproblemen geven voldoende aanleiding tot plaatsing in de regio Dordrecht.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Klager is op 19 november 2018 in vrijheid gesteld en heeft daarom geen belang meer bij een inhoudelijke behandeling van het beroep.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is op 19 november 2018 in vrijheid gesteld. In beginsel zou hij daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang aan het beroep is komen te ontvallen. Nu in beroep echter is verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2.      Klager behoorde, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd. Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) geschiedt “de eerste plaatsing van een voorlopig gehechte gedetineerde die in afwachting is van berechting in eerste aanleg in een huis van bewaring, bij voorkeur gelegen in of toegewezen aan het arrondissement van vervolging”. Klager was ingesloten voor het arrondissementsparket Midden-Nederland.

4.3.      Uit het selectieadvies van 5 oktober 2018 volgt dat de directeur wegens de sluiting van de p.i. Almere heeft verzocht klager over te plaatsen naar een ander h.v.b. Klager heeft hierbij zijn voorkeur uitgesproken voor het h.v.b. van de p.i. Dordrecht. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Dordrecht. Gelet op voornoemde omstandigheden en de door klager aangevoerde persoonlijke belangen, is de bestreden beslissing onvoldoende toereikend gemotiveerd. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 18 april 2019.

 

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven