Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-19/1531/SGA, 1 mei 2019, schorsing
Uitspraakdatum:01-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-19/1531/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 1 mei 2019

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. W.B.O van Soest, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Forensische Psychiatrische Afdeling (FPA) ‘De Schelde’ te Halsteren, onderdeel van de GGZ Westelijk Noord Brabant (GGZ WNB).

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing tot intrekking van verzoekers vrijheden (verlof). 

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 25 april 2019 (kenmerk:  PD-2019-000231) alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht van 29 april 2019.

1.         De beoordeling

Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat verzoeker op grond van artikel 43, derde lid van de Pbw op 18 oktober 2018 is geplaatst op een FPA van de GGZ WNB. Op 1 april 2019 heeft de Minister de instemming voor vrijheden van verzoeker, buiten de FPA, ingetrokken waarna verzoekers vrijheden zijn ingetrokken. De directeur stelt zich op het standpunt dat sprake is van een beslissing van de geneesheer-directeur van de FPA, gelet op het bepaalde in artikel 45 jo. artikel 52 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ), waartegen geen rechtsmiddelen open staan op grond van de Pbw.

De voorzitter is het, gelet op het bovenstaande, met de directeur eens dat de beslissing tot het intrekken van verzoekers vrijheden geen beslissing betreft van de directeur van de p.i. Dordrecht, maar van de geneesheer-directeur van de FPA. De voorzitter zal zich om die reden onbevoegd verklaren om het schorsingsverzoek met betrekking tot de beslissing tot intrekken van de vrijheden van verzoeker te behandelen.

De voorzitter zal de klacht ter behandeling doorsturen naar de ‘Klachtencommissie Cliënten GGZ WNB’.

2.         De uitspraak

De voorzitter verklaart zich onbevoegd het schorsingsverzoek in behandeling te nemen en bepaalt dat de stukken in handen van de ‘Klachtencommissie Cliënten GGZ WNB’ worden gesteld, om de zaak in beklag te kunnen behandelen.

Aldus gedaan door mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 1 mei 2019.

secretaris         voorzitter

Naar boven