Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2790/GV, 24 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:24-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-19/2790/GV

Betreft:            […]                                                     datum: 24 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 28 januari 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de onderliggende stukken. De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2.         De standpunten

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is onbegrijpelijk. De taalbarrière zou niet in de weg mogen staan aan het verlenen van algemeen verlof. Klager betwist dat hij deze taalbarrière niet aanpakt. Hij volgt onderwijs, met uitzondering van de twee weken dat hij ziek was. Uit niets blijkt dat klager niet in staat zou zijn instructies op te volgen aan de hand van een kaart waarop het locatieverbod is weergegeven. Op de afdeling functioneert klager ook, net als in de samenleving (tot aan zijn detentie). Hij verblijft in het plusregime. Namens de Minister is slechts verwezen naar de uitgebrachte adviezen. Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht. De directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat  de reclassering de voorwaarde van het Openbaar Ministerie (OM), elektronische controle, niet uitvoerbaar acht en klager zich onvoldoende inzet om de Nederlandse taal te leren. Het OM heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, mits klagers locatieverbod en -gebod door middel van elektronisch toezicht gecontroleerd worden. De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres.
De reclassering heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de toepassing van elektronische controle, omdat klager geen Nederlands of Engels spreekt en adequate opvolging van meldingen of overtredingen daardoor niet uitvoerbaar is.

3.         De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek, wegens verkrachting. Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen. Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf. De beroepscommissie begrijpt en onderschrijft het uitgangspunt van de Minister dat klagers locatieverbod en -gebod (gelet op het OM-advies) met elektronisch toezicht gecontroleerd moeten worden. Wanneer dat onmogelijk is, is dat in beginsel reden voor afwijzing van klagers verlofaanvraag. Uit de inlichtingen van de Minister blijkt dat elektronische controle technisch mogelijk is. De reclassering adviseert evenwel negatief, omdat klager geen Nederlands of Engels begrijpt en daardoor de instructies van de reclassering in geval van overtreding van het locatiegebod of -verbod niet kan opvolgen. Van de Minister kan worden gevergd dat hij klager door middel van een tolk in zijn eigen taal uitlegt wat het locatieverbod en -gebod inhouden. Bij overtreding daarvan kan de reclassering klager weliswaar geen aanwijzingen geven, maar niet valt in te zien waarom hij in dat geval niet direct aangehouden kan worden. De politie zou immers direct ingeschakeld kunnen worden, als waarschuwen daadwerkelijk onmogelijk blijkt. Dat klager daardoor geen tweede kans krijgt, komt in dat geval voor zijn risico. Het kan in het midden blijven of klager zich voldoende inzet voor de Nederlandse les. In het algemeen valt immers niet te verwachten dat klagers beheersing van de Nederlandse taal vóór zijn invrijheidstelling zodanig verbetert dat het bezwaar van de reclassering bij latere verlofaanvragen zou vervallen. Dat zou betekenen dat klager zich in het geheel niet door verloven (of detentiefasering) zou kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de Minister opdragen binnen een termijn van twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Zij ziet geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan een nieuwe beslissing te nemen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 24 april 2019.

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven