Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2093/GA, 21 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2093/GA

betreft: [Klager]           datum: 21 maart 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, gericht tegen een uitspraak van 23 oktober 2018 van de beklagcommissie bij de voorgenoemde p.i., voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.  De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de tegemoetkoming

De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 25,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag. De klacht ziet erop dat door onzorgvuldigheid een overzichtslijst in een personeelsruimte – voor eenieder zichtbaar – is blijven liggen waarop onder meer stond dat klager psychische problemen heeft, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven (IJ-2018-000756).

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft zijn beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De directeur erkent dat onzorgvuldig is gehandeld. De directeur is het eens met de uitspraak van de beklagcommissie, behalve met de toegekende tegemoetkoming van € 25,=. De hoogte van de tegemoetkoming is gestoeld op het gegeven dat klager ten tijde van de zitting heeft aangegeven dat hij als gevolg van dit gebeuren drie dagen niet naar de arbeid is gegaan en hij hierdoor drie dagen circa € 8,= heeft misgelopen. Klager is zowel door het afdelingshoofd als de directie gesproken. Klager heeft niet aangegeven dat hij financieel nadeel heeft ondervonden. Klager heeft bovendien zowel op de datum van het geding als daarna het volledige dagloon ontvangen. Klager heeft geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het beroep van de directeur.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming. De beroepscommissie stelt voorop dat het een ernstige zaak is dat anderen, behoudens het personeel, inzicht hebben verkregen in een overzichtslijst waarin klager is genoemd, inclusief zijn persoonlijke omstandigheden. Dat klager niettemin gewerkt zou hebben, althans dat het loon op zijn rekening is gestort, doet geen afbreuk aan het toekennen van een tegemoetkoming. Klager is ernstig geschonden in zijn privacy door onzorgvuldig handelen en dat is voldoende aanleiding om aan klager een tegemoetkoming van deze omvang toe te kennen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld onder wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 21 maart 2019.                   

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven