Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2151/GB, 26 februari 2019, beroep
Uitspraakdatum:26-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-18/2151/GB

Betreft:            [klager]            datum: 26 februari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M. de Reus, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 7 november 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel naar de p.i. Vught ongegrond verklaard.

2.         De feiten

2.1.      Klager verbleef in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 21 augustus 2018 heeft de directeur een selectieadvies opgesteld. Bij beslissing van 21 augustus 2018 is klager door de selectiefunctionaris geselecteerd voor de p.i. Vught.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Klager bestrijdt dat sprake was van verbale agressie die de overplaatsing kan rechtvaardigen. Uit het selectieadvies volgt voorts dat klager op 20 augustus 2018 zelf heeft verzocht om overplaatsing naar een andere gevangenis, waarbij zijn uitdrukkelijke voorkeur uitging naar de p.i. Nieuwegein gelet op zijn bezoek. De selectiefunctionaris is hieraan voorbij gegaan. Indien dit uit capaciteitsoverwegingen is geweest valt niet in te zien waarom klager niet alsnog is geselecteerd voor de p.i. Nieuwegein.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Klager is overgeplaatst omdat hij de orde, rust en veiligheid heeft verstoord door agressie te tonen naar het personeel van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Hij heeft laten weten geweld niet te schuwen en heeft zelf ook aangegeven dat het beter was om overgeplaatst te worden, hetgeen kan worden aangemerkt als bedreiging. Het verzoek is ingediend op verzoek van de directeur in het kader van het handhaven van de orde, rust en veiligheid en daarom wordt geen rekening gehouden met de wens van klager, maar wordt in eerste instantie gekeken naar een inrichting met beschikbare celcapaciteit.

4.         De beoordeling

4.1.      Uit het selectieadvies van 21 augustus 2018 dat is opgesteld door de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt dat klager zich meerdere keren intimiderend en bedreigend heeft geuit jegens personeelsleden. Vanuit veiligheidsoverwegingen heeft de directeur de selectiefunctionaris daarom verzocht om klager over te plaatsen naar een andere gevangenis. Uit het selectieadvies blijkt voorts dat de casemanager op 20 augustus 2018 een verzoek van klager heeft ontvangen tot overplaatsing naar een andere inrichting zodat ‘dingen niet uit de hand lopen’. Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden bestond naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aanleiding om klager over te plaatsen naar een andere inrichting.

4.2.      Namens klager is aangevoerd dat bij de overplaatsing geen dan wel onvoldoende rekening is gehouden met zijn voorkeur voor de p.i. Nieuwegein. Door de selectiefunctionaris is toegelicht dat bij een overplaatsing in het kader van de orde, rust en veiligheid in de inrichting in eerste instantie wordt gekeken naar beschikbare celcapaciteit en geen rekening wordt gehouden met de wens van betrokkene. De beroepscommissie overweegt dat ook bij overplaatsingen in het kader van orde, rust en veiligheid het uitgangspunt van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie plaatsing van overplaatsing van gedetineerden geldt en een belangenafweging dient plaats te vinden, waarbij tevens het belang van klager dient te worden meegenomen. Capaciteitsoverwegingen kunnen daarbij, mits deugdelijk onderbouwd, een rol spelen.

4.3.      Uit het selectieadvies dat is opgesteld door de directeur van p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt dat klager bij het verlenen van vrijheden zal verblijven in Tilburg. Zijn bezoek is afkomstig uit de regio Tilburg en de regio Den Haag. Eventuele bezoekproblemen zijn onvoldoende onderbouwd door of namens klager. De beslissing om klager te plaatsen in de p.i. Vught kan gelet op voornoemde omstandigheden naar het oordeel van de beroepscommissie niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 26 februari 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven