Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2014/GA, 25 februari 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/2014/GA

betreft: [klager]            datum: 25 februari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Broere, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 12 oktober 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 5 februari 2019, gehouden in de p.i. Achterhoek te Zutphen, zijn gehoord klagers raadsman mr. M. Broere en […], juridisch medewerker bij de p.i. Arnhem, in het bijzijn van […], stagiaire. Klager, die inmiddels in een zeer beperkt beveiligde inrichting verblijft, heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft:

A-2018-342:

a. klagers Xbox doet het niet meer na een celinspectie;

b. de hond van de hondenbegeleider heeft op zijn bed geplast tijdens een celinspectie. A-2018-343: tijdens een celinspectie zijn spullen van klagers celmaat kapot gemaakt. De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroepschrift en de aanvulling daarop spreken voor zich. Het gaat om twee klachten. Klager is hoogst ontdaan over hoe hij is behandeld en neemt het hoog op. De beklagrechter heeft bepaald dat de wijze hoe een celinspectie verloopt niet beklagwaardig is. Wat klager betreft is de celinspectie met gebruikmaking van de hond ook gebonden aan proportionaliteit en valt onder de zegsmacht van de directeur. Dat controle nodig is begrijpt klager en ook dat spullen worden verstopt door gedetineerden. Een celinspectie op deze manier, waarbij men de hond over het bed laat lopen en zijn behoefte laat doen, gaat klager echter te ver. Dat is niet fris. De minst bezwarende wijze zou zijn de matras op te pakken, op de zijkant te zetten en de hond erlangs te laten lopen. Klager was te ontdaan om op het aanbod van het personeel in te gaan om zijn beddengoed te wassen. Hij heeft het opgelost met een medegedetineerde en heeft beddengoed geleend en het matras omgedraaid. Klager meent wel dat het zo gebeurd is. Aangezien is aangeboden het beddengoed te wassen, is er iets gebeurd dat aanleiding heeft gegeven om te wassen. De klacht met betrekking tot de Xbox kan de raadsman niet nader toelichten dan al is gedaan in het beroepschrift.

Namens de directeur is daarop als volgt gereageerd.

Er is navraag gedaan bij de betreffende medewerker en die geeft aan dat hetgeen klager stelt zich niet heeft voorgedaan. Het bed is gecontroleerd en dat was niet nat. Klager is aangeboden zijn beddengoed te wassen, maar hij heeft van dat aanbod geen gebruik gemaakt. De matrassen zijn vuilafstotend, er kan geen vloeistof doorheen komen. Als er wat op komt, kan het afgenomen worden. Tijdens de celcontrole gaat de hond inderdaad over het bed heen. Desgevraagd heeft de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) aangegeven dat dat zo moet voor een goede controle en omdat de hond overal moet kunnen ruiken. Alle cellen worden op dezelfde manier gecontroleerd. De gedetineerden worden voor de controle uit cel gehaald. DV&O werkt landelijk zo. Over de Xbox is ook navraag gedaan bij het personeel. Wanneer iets stuk gaat door toedoen van het personeel wordt een schaderapport opgemaakt. Er is niets met de Xbox gebeurd. Pas naderhand via het beklag van klager is vernomen dat de Xbox stuk is. Klager heeft dit niet meteen gemeld.

3.         De beoordeling

Met betrekking tot A-2018-342 onder a en A-2018-343 komt de beroepscommissie tot het oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. Met betrekking tot A-2018-342 onder b overweegt de beroepscommissie dat een celinspectie wordt opgedragen door de directeur en daarmee een beklagwaardige beslissing van de directeur betreft zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De uitvoering van een celinspectie, in dit geval met gebruikmaking van een hond, valt daar ook onder. De uitspraak van de beklagrechter zal in zoverre worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard. De beroepscommissie is echter van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de hond tijdens de celinspectie op het bed van klager heeft geplast. Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot A-2018-342 onder a en A-2018-343 ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter met betrekking tot A-2018-342 onder b, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 25 februari 2019   

 

 

                                                     secretaris                                                                voorzitter

 

Naar boven