nummer: R-18/1613/GA
betreft: [klager] datum: 25 februari 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 31 augustus 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet tijdig uitsluiten (Eh 2018/000369). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Ik ben op 23 juli 2018 te laat uitgesloten, namelijk pas om 08.00 uur. Ze zijn mij gewoon vergeten. Toen ik op de bel drukte en vroeg waarom ik te laat was uitgesloten antwoordde men mij dat sprake was van personeelstekort. Maar als dat het geval was geweest was ik niet als enige niet tijdig uitgesloten. De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie, inhoudende dat klager die dag niet precies om 07.45 uur conform het dagprogramma is uitgesloten, maar door omstandigheden iets voor 08.00 uur. Omdat er geen programmaonderdeel was gepland die ochtend is hij door de late uitsluiting nergens te laat gekomen. Voorts heeft klager zijn medicatie op tijd gekregen.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager vijftien minuten te laat is uitgesloten, maar dat klager hierdoor niet is gekort in tijd op enige activiteit. Nu bovendien is gesteld noch gebleken dat door de late uitsluiting het dagprogramma niet voldoet aan de eisen die zijn neergelegd in artikel 3 van de Penitentiaire Maatregel zal het beroep ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C. M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 25 februari 2019.
secretaris voorzitter