Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0931/GA, 11 maart 2019, beroep
Uitspraakdatum:11-03-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-18/0931/GA

betreft: [klager]            datum: 11 maart 2019

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Pedrotti, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 5 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag houdt in dat klager na bezoek van zijn advocaat telkens wordt gevisiteerd (Ta 2018-000194).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – voor zover hier van belang – in beroep als volgt toegelicht.

De beklagrechter heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. In het klaagschrift staan weliswaar geen specifieke data, maar de raadsvrouw heeft dit ter zitting hersteld door een lijst te overleggen waarop staat dat klager op 1 februari 2018 door zijn advocaat is bezocht. Op deze datum is klager gevisiteerd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Namens klager is verzocht het beroepschrift mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat zij zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

In de uitspraak waarvan beroep, is weergegeven wat op 5 april 2018 ter zitting van de alleensprekende beklagrechter is voorgevallen: “De raadsrouw heeft te kennen gegeven dat de specifieke datum waarop klager is onderzocht aan zijn kleding en lichaam haar thans niet bekend is.” En: “De raadsvrouw heeft tot slot een lijst met namen van gedetineerden, inclusief handtekeningen, laten zien die zij als advocaat in onderhavige procedure bijstaat.”

In het door de beklagrechter toegezonden dossier ontbreekt de door de raadsvrouw in beroep overgelegde lijst met data, zodat het ervoor dient te worden gehouden dat die lijst niet eerder is overgelegd. De beklagrechter heeft klager op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard in diens beklag.

Echter, zelfs als de raadsvrouw de bedoelde lijst aan de beklagrechter had getoond en deze had kunnen weten dat het beklag zag op een voorval d.d. 1 februari 2018, had klager niet in zijn beklag kunnen worden ontvangen. Op grond van artikel 61, vijfde lid, van de Pbw wordt het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen ingediend. Het klaagschrift is weliswaar gedateerd 7 februari 2018, maar is eerst per e-mail aan de commissie van toezicht gezonden op 9 februari 2018. Daarmee is de klachttermijn van zeven dagen overschreden. Het is niet gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest. Ook om die reden zou klager in zijn beklag niet-ontvankelijk zijn verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J. Schagen MA en mr. J. de Lange, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 11 maart 2019.

 

 

                                                                                    

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven