Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1316/GA, 7 februari 2019, beroep
Uitspraakdatum:07-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1316/GA

betreft: […]      datum: 7 februari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen twee uitspraken van 6 juni 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag en van de overige stukken, waaronder de uitspraken waartegen klager beroep heeft ingesteld die in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Zwaag in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:

a.         het aantal uren dat aan klager activiteiten wordt aangeboden (ZW-2018-115);
b.         het dagelijks om 22:00 wekken van klager en het op 19 februari 2018 afsluiten van de stroom in klagers cel (ZW-2018-116)

De beklagcommissie heeft het beklag als vermeld onder a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder b., een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraken is weergegeven.

2.         De beoordeling

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie dat het aantal activiteituren dat in de inrichting wordt aangeboden onderdeel is van het in de inrichting geldende dagprogramma en het beklag dus ziet op een algemene in de inrichting geldende regel. Nu niet is gebleken van strijd met hogere wet- en regelgeving, had klager niet in zijn beklag kunnen worden ontvangen. De beroepscommissie zal de uitspraak met kenmerk ZW-2018-115 daarom vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag. Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

3.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie met kenmerk ZW-2018-115 en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met kenmerk ZW-2018-116.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J. Schagen MA en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 7 februari 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven