Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-525, 1 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:01-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-525

Betreft:            [klager]            datum: 1 oktober 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V.J.M. Janszen, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 7 maart 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing van de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.

2.         De feiten

2.1.      Klager is sedert 31 januari 2018 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Zwaag. Op 5 september 2018 is hij overgeplaatst naar de p.i. Veenhuizen.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De bezoekmogelijkheden in de locatie Zuyder Bos zijn beter dan in de p.i. Zwaag, alsmede dat het ministerie binnen het arrondissement Haarlem zonder motivering heeft gekozen voor de p.i. Zwaag en niet voor de locatie Zuyder Bos. Klager verzoekt om vernietiging van het bestreden besluit en om onmiddellijke overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos, met vergoeding van de proceskosten. Voorts verzoekt hij in de gelegenheid te worden gesteld zijn beroep mondeling toe te lichten.

Op 11 september 2018 is namens klager per e-mail verzocht het beroep zodanig uit te breiden, dat ook het besluit tot overplaatsing naar de p.i. Veenhuizen wordt vernietigd en te bepalen dat klager wordt overgeplaatst naar de locatie Zuyder Bos.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Klager is conform artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerde (de Regeling) geplaatst in het arrondissement van vestiging. Voorts is hij niet verstoken van bezoek en zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie. De beslissing is derhalve op juiste gronden genomen.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, omdat de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. Zij acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2.      Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos, omdat dit voor zijn bezoek makkelijker te bereizen is en de reis goedkoper is dan de reis naar de p.i. Zwaag. De familie van klager komt uit de omgeving Haarlem. Dit verzoek is bij besluit van 7 maart 2018 afgewezen. Bij besluit van 23 augustus 2018 is klager geselecteerd voor de p.i. Veenhuizen.

4.3.      Namens klager is verzocht tevens het laatstgenoemde besluit in beroep te beoordelen. Echter dient op grond van artikel 17, eerste lid onder a, van de Pbw bezwaar te worden ingediend bij de selectiefunctionaris alvorens een beoordeling in beroep ex artikel 72, eerde lid, van de Pbw kan plaatsvinden. Klager kan in zoverre dan ook niet worden ontvangen in zijn beroep.

4.4.      Voor zover het beroep zich richt tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing van de p.i. Zwaag naar de locatie Zuyder Bos, overweegt de beroepscommissie als volgt. Klager is conform artikel 25, zevende lid, van de Pbw geplaatst in de p.i. Zwaag gelegen in het arrondissement Noord-Holland, maar wenste overgeplaatst te worden naar de locatie Zuyder Bos vanwege bezoekproblemen. Bezoekproblemen vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn problemen met het ontvangen van bezoek niet worden aangemerkt als dergelijke bijzondere omstandigheden. Bovendien blijkt uit het selectieadvies van 5 maart 2018 dat klager niet verstoken was van bezoek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4.5.      Ten overvloede en naar aanleiding van het verzoek van klagers raadsman de proceskosten van de beroepsprocedure te vergoeden overweegt de beroepscommissie dat de Pbw een dergelijke mogelijkheid niet kent.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover deze is gericht tegen de overplaatsing van de p.i. Zwaag naar de p.i. Veenhuizen.

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover deze is gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing van de p.i. Zwaag naar de locatie Zuyder Bos.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 1 oktober 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven