Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-627, 1 november 2018, schorsing
Uitspraakdatum:01-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-627

Betreft : [verzoeker]                                                                                              datum: 1 november 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M.D.A. Stam, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.). Almere.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 22 oktober 2018, inhoudende de overplaatsing van verzoeker naar de gevangenis van de p.i. Veenhuizen locatie Esserheem.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van beroepschrift van 18 oktober 2018, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 30 oktober 2018 en 1 november 2018.

 

1.         De beoordeling

In beginsel kan, gelet op het bepaalde in artikel 73, vierde lid van de Pbw, gelezen in verband met artikel 66, eerste lid van de Pbw, pas schorsing worden verzocht als de selectiefunctionaris het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard en verzoeker tegen die ongegrondverklaring beroep heeft ingesteld. Namens verzoeker is aangevoerd dat verzoeker gemotiveerd heeft aangegeven waarom hij overgeplaatst wilde worden naar het Justitieel Complex Zaanstad in plaats van naar een andere inrichting. Verzoeker stelt dat nu de selectiefunctionaris reeds bekend was met de bezwaren van verzoeker er geen noodzaak meer is om eerst een bezwaarschrift in te dienen bij de selectiefunctionaris, zodat verzoeker, gelet op het bepaalde in artikel 17, vijfde lid, van de Pbw, een rechtstreeks beroepsrecht heeft.

De selectiefunctionaris is, blijkens diens inlichtingen en anders dan namens verzoeker is aangevoerd, niet reeds bekend met verzoekers bezwaren tegen de bestreden beslissing, zodat verzoeker niet rechtstreeks het rechtsmiddel van beroep toekomt. Gelet daarop dient het beroepschrift als bezwaarschrift te worden aangemerkt en door de selectiefunctionaris in behandeling te worden genomen. Nu de selectiefunctionaris het bezwaarschrift eerst op 29 oktober 2018 heeft ontvangen en geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, kan verzoeker nog niet worden ontvangen in zijn verzoek.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

 

Aldus gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris op 1 november 2018.

 

         secretaris                                                                              voorzitter

Naar boven