Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1833/GB, 13 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-18/1833/GB

Betreft:            [klager]            datum: 13 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 17 september 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard of de locatie Roermond afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 24 mei 2018 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.

De p.i. Vught en het Openbaar Ministerie (OM) hebben beide geen bezwaar tegen een overplaatsing van klager naar een h.v.b. in Limburg. Klager heeft altijd in Sittard gewoond en zijn familie woont daar ook. Het is voor klagers bezoek niet makkelijk hem elke week in de p.i. Vught te moeten bezoeken. Klagers partner kan de reistijd van en naar Vught beter gebruiken voor haar eigen zaak, die zij pas is begonnen. Klagers inhoudelijke zittingsdatum staat gepland op 29 november 2018. Klager wenst na deze zittingsdatum snel te beginnen met zijn re-integratie in Limburg.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) is de eerste plaatsing van gedetineerden in een h.v.b. dat bij voorkeur gelegen is in het arrondissement van vervolging. In bijzondere omstandigheden kan afgeweken worden van het plaatsingsbesluit. Niet gebleken is dat sprake is van bijzondere omstandigheden. Klagers plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Vught is juist, nu hij is ingesloten voor het arrondissementsparket te Den Bosch. Wanneer klager in eerste aanleg is veroordeeld, kan hij een nieuw verzoek tot overplaatsing indienen. Van re-integratie is op dit moment nog geen sprake. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en klager ontvangt regelmatig bezoek van zijn partner.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2.      De beroepscommissie begrijpt de wens van klager dichterbij zijn partner gedetineerd te zijn. Uit de bezoekerslijsten die de selectiefunctionaris heeft overgelegd, blijkt dat klager regelmatig bezoek ontvangt van, onder andere, zijn partner. Voorts is de reisafstand van Maaseik of Sittard naar Vught redelijk te noemen. De selectiefunctionaris heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het plaatsingsbeleid kunnen rechtvaardigen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 13 december 2018.

 


            secretaris         voorzitter


 


 

Naar boven