Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0952/GA, 13 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

nummer:          R-18/0952/GA

betreft: […]      datum: 13 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.E. Luiten, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 13 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2018, gehouden in p.i. Lelystad,  zijn gehoord klagers raadsman mr. R.I. Kool en […], directeur van p.i. Zwolle. Als toehoorder was aanwezig […], stagiaire bij de p.i. Zwolle. Klager is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter Het beklag betreft de beslissing tot degradatie per 22 december 2017 (ZI-2018-000014 en ZI-2018-00015).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beslissing van de beklagrechter kan niet in stand blijven nu enkel één feit ten grondslag ligt aan de beslissing tot degradatie. De stelling dat klager eerder met druggerelateerde omstandigheden binnen de p.i. in aanraking kwam, houdt geen stand. Klager kreeg op 15 juni 2017 een waarschuwing voor het op cel hebben van 2,7 gram hasj. Klager kreeg geen straf, maar werd enkel gewaarschuwd. Klager vond die waarschuwing onterecht. Klager kreeg op 6 juli 2017 een disciplinaire straf opgelegd voor het voorhanden hebben van hennep. Echter het daartegen ingestelde beklag werd gegrond verklaard op 17 oktober 2017. Dit feit kan hem dan ook niet worden tegengeworpen. Klager kan niet voor dat ene incident verantwoordelijk worden gehouden en het incident is niet zwaar genoeg op hem enkel op basis daarvan te degraderen. Bovendien schiet de belangenafweging tekort in de beslissing tot degradatie. Het structurele gedrag van klager wordt namelijk niet in deze beslissing betrokken. De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De reden tot degradatie komt voor uit het feit dat tijdens een cel controle op 19 december 2017 hasj werd aangetroffen. Klager werd rapport aangezegd. Dit was echter niet de eerste keer. Op 15 juni 2017 ontving klager ook al een rapport vanwege de vondst van hasj in klagers verblijfsruimte. Dit rapport werd niet afgehandeld, omdat klagers partner ernstig ziek was en een straf zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting negatief zou beïnvloeden. Op 6 juli 2017 werd klager bestraft, omdat er een ernstig vermoeden was van betrokkenheid bij het bewaren en of verdelen van soft drugs. De drugs werden gevonden in de koelkast waarvan klager in zijn functie als reiniger als enige in het bezit was van de sleutel. Gelet op de hoeveelheid drugs werd aangifte gedaan. Verder geldt dat voorafgaand aan het voorhanden hebben van de 27.2 gram hasj (aangetroffen op 19 december 2017) een aaneenschakeling van illegale handelingen moet hebben plaatsgevonden. Het aanwezig hebben van hasj betreft dan ook geen enkelvoudig incident, maar maakt deel uit van een reeks illegale handelingen. Op grond hiervan wordt gesteld dat het klager ontbreekt aan eigen verantwoordelijkheid voor de eigen re-integratie.

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 1d van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) besluit de directeur over promotie en degradatie van een gedetineerde. Op grond van artikel 1d, derde lid, van de Regeling kan de directeur besluiten tot degradatie indien de gedetineerde, die is gepromoveerd, op een van de onderdelen van goed gedrag verzaakt.De directeur dient voorafgaande aan een beslissing over degradatie een belangenafweging te maken. Bij die belangenafweging dient de directeur het ‘oranje-gedrag’ dan wel het ‘rode gedrag’ van de gedetineerde af te zetten tegen het structurele gedrag, waaronder al het ‘groene gedrag’, van de gedetineerde. Uit die belangenafweging dient duidelijk te blijken waarom het ‘oranje gedrag’ dan wel ‘rode gedrag’ van de gedetineerde, bezien in het licht van het uitgangspunt van het DBT dat gedetineerden zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun re-integratie, dient te leiden tot degradatie. Die belangenafweging moet op schrift gesteld zijn, zodat die ook inzichtelijk is voor de betreffende gedetineerde. Uit het voorliggende degradatiebesluit volgt dat bij klager op 19 december 2017 een handelshoeveelheid drugs in zijn cel werd gevonden. Op 15 juni 2017 werd klager ook rapport aangezegd vanwege het aanwezig hebben van drugs. Dat werd niet bestraft, zodat klager wel op verlof kon en zijn zieke partner kon bezoeken. De beroepscommissie is van oordeel dat het niet bestraffen niet betekent dat het feit niet heeft plaatsgevonden. Dit feit kan dan ook ten nadele van klager meegenomen worden bij de beslissing tot degradatie. Uit het besluit blijkt dat de directeur een belangenafweging heeft gemaakt tussen het negatieve gedrag van klager en zijn structurele groene, positieve gedrag. Hij heeft op basis van die belangenafweging in redelijkheid kunnen beslissen klager te degraderen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Waarden en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 13 december 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven