Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0902/GA, 13 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/0902/GA

betreft: [klager]            datum: 13 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift , ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 13 april 2018 van de alleensprekende beklagechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.)  Zwolle alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.Ter zitting van de beroepscommissie van 23 oktober 2018, gehouden in p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K.C. van Hoogmoed en de heer […], directeur van p.i. Zwolle. Als toehoorder was aanwezig mevrouw […], stagiaire bij de p.i. Zwolle.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf voor de duur van zeven dagen opsluiting in een strafcel (ZI-2018-000008).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inhoud van het verslag klopt niet. Het verslag bevat onjuiste informatie. Hij was namelijk niet agressief geworden. Bovendien scheldt hij niet met het woord kanker en schreeuwt hij nooit. Het gedrag van hem en de medegedetineerde in het verslag worden verwisseld. Ook sloeg hij niet tegen de computer, dit kwam doordat zijn hand werd weggeslagen door een medewerker van de p.i. toen hij zijn pasje wilde pakken. Verder schopte hij niet tegen het detectiepoortje. Dat is namelijk van staal en zou dus harstikke pijn doen. Hij verdenkt de inrichting van het verdraaien van het verhaal. Hij kreeg het verslag namelijk pas uitgereikt na het indienen van het beklag. De directeur besprak het verslag, maar deelde het verslag niet met hem. Tijdens de bespreking zei hij ook enkel dat klagers gedrag echt niet kon. Indien het verslag toch gevolgd wordt dan geldt dat de straf te zwaar is. Klager toonde enkel verbale agressie, maar vertoonde niet daadwerkelijk geweldshandelingen richting het personeel. Hij kan dus bedreigend zijn overgekomen, maar uitte geen bedreigingen. De straf is dan ook niet conform de Landelijke Sanctiekaart 2016. Het klopt niet dat klager betrokken was bij meerdere andere incidenten. Hij had enkel een keer contrabande aanwezig. Bovendien kreeg klager nog nooit eerder een disciplinaire straf opgelegd vanwege agressief gedrag. Verzocht wordt dan ook om het beroep gegrond te verklaren en een tegemoetkoming van € 47,50 toe te kennen.De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager werd tijdens het dagprogramma in een afzonderingscel geplaatst. Hij vertoonde namelijk agressief gedrag van een zeer kwalijke aard. Dit vertelde de betreffende p.i.w.-er hem. Klager uitte zich tijdens de arbeid dreigend, gooide een computerscherm om en trapte meermalen tegen een detectiepoortje. Dit gaf hij tijdens het horen ook toe. Verder greep klager in zijn woede naar de sleutels van de betreffende p.i.w.- er. Dat is een zeer kwalijke zaak. Hierdoor ontstond een zeer dreigende situatie. Verder was klager betrokken bij een aantal andere incidenten. Gelet op de zeer dreigende handelingen, het grijpen naar de sleutels en de betrokkenheid bij een aantal andere incidenten werd een disciplinaire straf voor de duur van zeven dagen opgelegd.

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 51, eerste lid aanhef en onder a en artikel 50, eerste lid van de Pbw kan de directeur een gedetineerde een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte opleggen, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming.Uit het schriftelijk verslag blijkt dat klager agressief handelde. Hij werd verbaal agressief door te gaan schelden, sloeg een computer stuk, schopte tegen een detectiepoortje en probeerde de sleutels van de medewerker te pakken. Feiten en omstandigheden op grond waarvan de juistheid van het verslag in twijfel moet worden getrokken zijn niet gebleken of anderszins aannemelijk geworden. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat vast staat dat er sprake was van een aaneenschakeling van agressieve handelingen van fysieke en mentale aard richting personeel van de p.i. De directeur heeft daarom in redelijkheid kunnen beslissen een disciplinaire straf op te leggen. Voor dergelijk gedrag kan volgens de ‘Sanctiekaart 2016 landelijk’ een straf ter hoogte van maximaal veertien dagen strafcel of eigen cel worden opgelegd. De opgelegde disciplinaire straf gaat niet uit boven het maximum van de ‘Sanctiekaart 2016 landelijk’. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Waarden en J. Schagen M.A., leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 13 december 2018.

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven