Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1868/GA, 27 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:27-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/1868/GA

betreft: [klager]            datum: 27 december 2018
 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 5 september 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de omstandigheid dat klager ten onrechte in een reguliere cel is geplaatst met een (te) hoge drempel en een (te) smalle doorloop tussen het bed en het tafelblad, in plaats van in een cel voor mindervaliden (LW-2018-366).
 

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is ten onrechte in een reguliere cel geplaatst, terwijl hij voor een cel voor mindervaliden was geselecteerd. Doordat klager in een rolstoel zit, is er te weinig ruimte. De drempel bij de deur is te hoog en er is een te smalle doorloop tussen het bed en het tafelblad.

De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Bij beslissing van 29 augustus 2018 is klager van de p.i. Almere naar de p.i. Leeuwarden overgeplaatst, vanwege het feit dat klager mobiel beperkt is en afhankelijk is van een rolstoel. In de p.i. Leeuwarden zou klager in een cel voor mindervaliden geplaatst worden. Hoewel de selectiefunctionaris op 30 augustus 2018 telefonisch werd bericht dat dergelijke  cellen niet beschikbaar waren, is de overplaatsing toch doorgegaan. Tot op de datum van de toelichting in beroep is het niet mogelijk gebleken klager in een cel voor mindervaliden te plaatsen.
 

3.         De beoordeling

Ontvankelijkheid van het beklag

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, omdat de klacht geen beslissing van de directeur betreft. Daarmee heeft de beklagrechter de klacht te beperkt opgevat. Klager omschrijft in zijn klacht dat hij in een rolstoel zit en dat zijn horloge kapot is gegaan, omdat de deur voor de rolstoel van klager te krap is. De beklagrechter had in die omschrijving aanleiding moeten zien de directeur om een reactie te vragen en klager de klacht mondeling te laten toelichten. Op die manier zou duidelijk zijn geworden dat klager de deur van zijn cel bedoelde en dat de klacht inhield dat hij ten onrechte niet in een cel voor mindervaliden is geplaatst. Die plaatsing valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur in de zin van artikel 60 Pbw en klager mag daarover in rechte klagen. Met andere woorden: klager is ontvankelijk in zijn klacht. De beroepscommissie zal de beslissing van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.
 

Inhoudelijk

Op 29 augustus 2018 heeft de selectiefunctionaris beslist klager te selecteren voor het “HvB man regulier regiem” van de p.i. Leeuwarden. Klager verbleef op dat moment in de p.i. Almere. De selectiefunctionaris overwoog: “De PI Almere is minder geschikt om een gedetineerde die rolstoel afhankelijk is te bejegenen. U wordt daarom, mede op verzoek van uw raadsman, overgeplaatst naar bovengenoemde inrichting, waar een minder valide cel aanwezig is.” De directeur heeft de selectiefunctionaris gebeld en aangegeven dat er geen cel voor mindervaliden beschikbaar was. Toch is de overplaatsing doorgegaan. Tot 2 november 2018, de datum waarop de directeur op het beroepschrift heeft gereageerd, is geen cel voor mindervaliden voor klager beschikbaar. Klager verblijft op een reguliere cel. Hij heeft last van de te hoge drempel en de te smalle doorgang tussen het bed en het tafelblad.

De beroepscommissie onderkent dat de directeur door de niet-uitvoerbare beslissing van de selectiefunctionaris voor het blok is gezet. Aan de andere kant blijkt niet dat de directeur zich in de twee maanden volgend op de plaatsing heeft ingespannen een voor klager geschikte plek te vinden. Uit de door de directeur verstrekte inlichtingen volgt alleen dat de directeur voorafgaand aan de plaatsing op 30 augustus 2018 de selectiefunctionaris heeft gebeld. Het is niet gebleken dat de directeur zich nadien nog heeft ingespannen om alternatieven te onderzoeken. Hij heeft daarmee onvoldoende invulling gegeven aan de op hem rustende zorgplicht. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.

Wat het horloge betreft is het overigens onvoldoende aannemelijk geworden dat de beschadiging hiervan het gevolg is geweest van de plaatsing op een reguliere cel. Bij het bepalen van de tegemoetkoming, zal deze gestelde beschadiging niet worden meegewogen.

In het tenminste twee maanden durende ongemak voor klager, ziet de beroepscommissie aanleiding een tegemoetkoming van € 50,= toe te kennen.
 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, verklaart dit beklag gegrond en kent een tegemoetkoming toe van € 50,=.
 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 27 december 2018.
 


 


 

            secretaris         voorzitter
 


 

 

Naar boven