Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/335/TA, 10 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:           R-18/335/TA

betreft: [klager] datum: 10 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 16 maart 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn klagers raadsman, mr. A. Ytsma, en namens het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag, […] en […], stafjuristen, gehoord.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruikgemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het afschrijven van € 30,= van klagers rekening-courant in verband met de doorberekening van kosten voor de controle van klagers gegevensdragers (ME 2017-000480).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.

In het DOVA (dataopslag en verwerkingsapparatuur)-protocol is vermeld dat het (op gegevensdragers) in bezit hebben van pornografische films verboden is en dat bij schending van deze afspraak de kosten van de controle worden doorberekend aan de patiënt. Het doel hiervan is het voorkomen van schending van het protocol en het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid van de verpleegden. Het in het bezit hebben van computerapparatuur draagt bij aan de resocialisatie, maar het controleren van de bestanden die steeds groter worden, is erg tijdrovend. Omdat vanuit de patiëntenraad het verzoek kwam om meer opslagcapaciteit op gegevensdragers en de inrichting hier graag in mee wilde gaan, is gekozen voor deze oplossing. De patiëntenraad heeft met deze oplossing ingestemd. Toegestaan is een terabyte aan opslagcapaciteit. Indien deze opslagcapaciteit maximaal is benut en vooral sprake is van kleine bestanden, duurt het maximaal 40 uur om alles te controleren. Hoewel in het protocol is vermeld dat bij overtreding van de voorwaarden € 30,= per uur aan de verpleegde kan worden doorberekend, betreft dit in de praktijk een vast bedrag van € 30,= ongeacht de bestede tijd. Dit is weliswaar voor de verpleegden een hoop geld, maar voor de inrichting is dit bedrag symbolisch en zeker niet kostendekkend.

Klager heeft op 10 februari 2017 een overeenkomst (Oplegvel DOVA) getekend waarin hij toestemming krijgt gegevensdragers aan te schaffen en waarin hij verklaart op de hoogte te zijn van de consequenties van overtreding van het DOVA protocol. Op die manier heeft klager ermee ingestemd dat de kosten van de controle van zijn rekening courant zullen worden afgeschreven als hij de voorwaarden overtreedt. Het beleid wordt altijd samen met de verpleegde en zijn mentor doorgenomen. Ook in de patiëntfolder is expliciet vermeld dat aan overtreding van de voorwaarden kosten zijn verbonden. Dat de Bvt de mogelijkheid van het sluiten van een dergelijke overeenkomst niet expliciet noemt, maakt niet dat die mogelijkheid er niet is. Bij andere controles, zoals een urinecontrole, vindt geen doorberekening van de kosten van de controle plaats. Een urinecontrole hangt veel meer samen met de behandeling en is meer verbonden aan delictgerelateerde factoren. Dit is anders bij een controle van gegevensdragers.

Het DOVA-protocol maakt geen onderdeel uit van de huisregels, maar in de huisregels wordt er wel naar verwezen.

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.

Klager kan zich vinden in de uitspraak van de beklagrechter. Het door de inrichting inhouden van € 30,= op zijn rekening-courant is niet meer dan een disciplinaire straf. Klager is van mening dat het geen symbolisch bedrag is. In het DOVA-protocol is bovendien vermeld dat de inrichting een bedrag van € 30,= per uur mag inhouden op de rekening-courant van een verpleegde, hetgeen betekent dat de kosten van een controle – ervan uitgaande dat een controle maximaal 40 uur in beslag kan nemen – zouden kunnen oplopen tot € 1.200,=. Voor zover het hoofd van de inrichting zich op het standpunt stelt dat sprake is van een overeenkomst tussen klager en de inrichting, is klager van mening dat sprake is van een ongelijke verhouding. Klager is van mening dat de inrichting, belast met een overheidsopdracht, zonder wettelijke grondslag niet bevoegd is tot het inhouden van geld van zijn rekening courant. De controle van gegevensdragers behoort naar de mening van klager net als bijvoorbeeld een urinecontrole of kamercontrole, tot het takenpakket van de inrichting. Het zou wat zijn als de kosten van al dit soort controles zouden worden doorberekend aan de verpleegden.

 

3.         De beoordeling

Klager heeft op 10 februari 2017 een Oplegvel DOVA ondertekend, waarna hij toestemming heeft gekregen gegevensdragers aan te schaffen en in de inrichting te gebruiken. Daarbij zijn als voorwaarden gesteld – onder meer – het naleven van het DOVA-protocol en het meewerken aan controles van de gegevensdragers. Klager heeft het oplegvel ondertekend, waarbij hij heeft verklaard op de hoogte te zijn van de consequenties van overtreding van het DOVA protocol en ermee in te stemmen dat bij overtreding van de voorwaarden de kosten van de controle worden afgeschreven van zijn rekening-courant.

In het DOVA protocol is vermeld dat patiënten te allen tijde verplicht zijn om mee te werken aan controle van hun dataopslag en verwerkingsapparatuur. Indien uit de controle blijkt dat de patiënt de spelregels van het protocol of de voorwaarden van zijn oplegvel heeft overtreden, worden de kosten van de controle doorberekend aan de patiënt. In de tarievenlijst is een bedrag van € 30,= per uur vermeld voor controle van gegevensdragers waarbij sprake is van overtreding van de spelregels van het protocol of van de voorwaarden uit het oplegvel.

De handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting is een taak van de inrichting. Naar het oordeel van de beroepscommissie valt het controleren van gegevensdragers op bestanden met een pornografische inhoud onder die taak. Voor doorberekening aan de verpleegde van de kosten van een dergelijke controle bij overtreding van de regels – en afschrijving daarvan van diens rekening-courant – bestaat geen wettelijke grondslag.

De beroepscommissie acht het doorberekenen van dergelijke kosten aan de verpleegde onredelijk en onbillijk, aangezien het uitvoeren van zulke controles, als gezegd, een taak van de inrichting is. De omstandigheid dat klager het oplegvel heeft ondertekend en daarmee heeft ingestemd met de eventuele doorberekening van kosten, kan niet tot een ander oordeel leiden, nu een contractuele bepaling het gebrek aan wettelijke grondslag niet kan compenseren.

Het beroep van het hoofd van de inrichting zal dan ook ongegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal – voor zover daartegen beroep is ingesteld – worden bevestigd, met aanvulling van gronden.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr .drs. J.P. Meesters en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 december 2018.

 

 

                                                

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven