Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2030/GB, 3 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2030/GB

Betreft: [klager] datum: 3 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift d.d. 24 augustus 2003 van

[...], geboren op [1984], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 augustus 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 23 februari 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Nieuwegein te Utrecht. Op 13 oktober 2003 is hij geplaatst in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 4 juli 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 9 januari 2004.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
In Utrecht kan zijn familie hem elke week bezoeken. Hij heeft zijn familie met schulden opgezadeld. Als hij naar De Schie gaat, is bezoek van zijn opa en oma onmogelijk, gelet op de kosten van het openbaar vervoer. Misschien datzijn moeder een keer kan langskomen om hem wat rust te brengen. Hij heeft dat hard nodig, omdat hij ADHD heeft en agressief wordt door anderen. Hij heeft alleen drugs gebruikt om rustig te worden. Hij probeert geen drugs meer tegebruiken, ondanks dat anderen agressie bij hem oproepen. Per oktober 2003 komt hij in aanmerking voor elektronisch toezicht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het selectieadvies van de locatie Nieuwegein wordt klager omschreven als een rustige jongen, die altijd vrolijk is en uitstekend gedrag vertoont. Klagers verblijf op de Jovo-afdeling bevalt hem niet, maar hij probeert zich rustigte houden. In principe heeft hij geen bezwaar tegen het regiem. Hij rookt elke dag een „blowtje“ om zich rustig te houden. Een urinecontrole op 25 juli 2003 bevestigt druggebruik. Daar klager had aangegeven bij voorkeur in de buurtvan Utrecht geplaatst te willen worden, is klager op 8 augustus 2003 geselecteerd voor de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie. Klager maakt daartegen bezwaar, omdat hij in aanmerking zou komen voor deelname aan eenpenitentiair programma met elektronisch toezicht. Vanwege zijn druggebruik komt klager de eerst volgende drie maanden echter niet in aanmerking voor detentiefasering. Inmiddels heeft klager dit begrepen, nu hij blijkens zijnberoepschrift is gestopt met blowen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, alsmede een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld inartikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn Jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met zijn plaatsing in een gesloten inrichting en de plaats van die inrichting.
De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De selectiefunctionaris heeft immers in redelijkheid kunnen oordelen dat klager, die blijkens het selectieadvies van de locatie Nieuwegein peroktober 2003 in aanmerking zou kunnen komen voor deelname aan een penitentiair programma met elektronisch toezicht, gelet op zijn druggebruik daarvoor thans nog niet in aanmerking komt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 3 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven