Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1862/GA, 3 november 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1862/GA

betreft: [klager] datum: 3 november 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord, locatie De Marwei, te Leeuwarden,

gericht tegen een uitspraak d.d. 25 juli 2003 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., welke op 6 augustus 2003 is verzonden, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 oktober 2003, gehouden in de p.i. Veenhuizen, is gehoord [...], unit-directeur bij locatie De Marwei.

Klager heeft schriftelijk medegedeeld dat hij niet ter zitting wenste te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het zoekraken van tien maand-contactlenzen na overplaatsing van klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming van € 58,33, te weten het aankoopbedrag van tien maand-contactlenzen, toegekend.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep is alleen gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming. De tegemoetkoming is geen schadevergoeding, maar debeklagcommissie heeft een tegemoetkoming bepaald, die gelijk is aan het schadebedrag en hiermee wordt de tegemoetkoming in feite tot een schadevergoeding. Overigens zal door de directeur aan klager een schadevergoeding wordengeboden ter hoogte van het aankoopbedrag van de tien zoek geraakte maand-contactlenzen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ter zitting is door de directeur gesteld dat het beroep enkel de aan klager toegekende tegemoetkoming betreft. Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerkingkomende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het feit dat er tien maand-contactlenzen zoek waren geraakt.
Door de directeur is terecht gesteld dat de tegemoetkoming in beginsel niet bedoeld is als schadevergoeding. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding staan andere wegen open. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter. Door de directeur is ter zitting echter toegezegd dat zijbereid is om de schade, te weten € 58,33 zijnde het aankoopbedrag van tien maand-contactlenzen, volledig te vergoeden. In dit licht bezien, is de beroepscommissie van oordeel dat er geen reden is om de beslissing van debeklagcommissie te vernietigen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 november 2003

secretaris voorzitter

Naar boven