Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/661/TB, 10 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:           R-18/661/TB

betreft: [klager] datum: 10 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens […], verder te noemen klager,  gericht tegen een beslissing van 1 juni 2018 van de Minister voor Rechtsbescherming, verder te noemen de minister, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens de minister, […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De minister heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen.

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager verbleef in FPC De Kijvelanden. Bij brief van 13 januari 2017 heeft FPC De Kijvelanden verzocht klager over te plaatsen naar een andere inrichting op een afdeling met patiënten met een EVBG-status (extreem vlucht- en beheersgevaarlijk). Op 19 januari 2017 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beslist klager over te plaatsen naar een afdeling voor intensieve zorg van FPC Veldzicht. Op 24 april 2017 is aan klager een EVBG-status toegekend. Op 9 april 2018 is de EVBG-status opgeheven. Op 1 mei 2018 heeft FPC Veldzicht verzocht klager over te plaatsen naar een andere inrichting in verband met de beëindiging van de EVBG-status en het ontbreken van reguliere tbs afdelingen in FPC Veldzicht. Op 1 juni 2018 heeft de minister beslist tot overplaatsing van klager naar FPC Dr. S. van Mesdag.

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.  Klager wil graag weg uit FPC Dr. S. van Mesdag en is voorts van mening dat hij in een FPK geplaatst had moeten worden en niet in een FPC. Hij verwijst naar de uitspraak van de rechtbank. Plaatsing in een FPK zou een goede voorbereiding zijn op een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. In een FPK kan namelijk worden getoetst of bij de eerstvolgende verlengingsbeslissing de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging kan worden ingezet. Klager verwijst naar het rapport van pro justitia rapporteur M. waarin wordt benadrukt dat het risicomanagement met name gelegen is in het buiten opbouwen van wonen, werk en inkomen. Een FPK sluit beter aan bij deze doelstellingen. In het rapport van pro-justitia rapporteur N. worden klagers relatie en zijn twee kinderen benoemd als beschermende factoren. Uit genoemde pro justitia rapportages volgt bovendien dat het beperken van klager contraproductief werkt. Gezien klagers problematiek is plaatsing in een FPK dan ook een goede oplossing.

Door de enorme afstand tussen FPC Veldzicht en Rotterdam (waar zijn netwerk woont) is klagers relatie beëindigd. Anders dan door de minister is aangevoerd heeft klager met twee van zijn kinderen nog wel contact.

Klager is dan ook van mening dat op zijn minst had moeten worden bezien of hij kon worden teruggeplaatst naar FPC De Kijvelanden. Anders dan FPC De Kijvelanden stelt, lopen er geen aangiftes. Klager verwacht dat de minister druk uitoefent op FPC De Kijvelanden om hem weer op te nemen. Klager uit zijn ongenoegen richting eerdere behandelaars van FPC De Kijvelanden en het verloop van de behandeling aldaar indertijd. Maar omdat hij dicht in de buurt van zijn familie wil kunnen verblijven, zou hij daar toch weer geplaatst willen worden. Indien ook plaatsing in FPC De Kijvelanden niet mogelijk blijkt, zou klager in FPC De Woenselse Poort geplaatst willen worden. Laatstgenoemde inrichting neemt ook patiënten op met lvb-problematiek. De reistijd naar klagers netwerk in Rotterdam zou vanuit FPC De Woenselse Poort circa anderhalf uur zijn, hetgeen in ieder geval een verbetering zou betekenen ten opzichte van de reistijd tussen Groningen naar Rotterdam.

Namens de minister is inzake het beroep het volgende standpunt – zakelijk weergegeven – ingenomen. De bestreden beslissing vindt zijn grondslag in het overplaatsingsverzoek van FPC Veldzicht. De reden van de overplaatsing is gelegen in het feit dat klagers EVBG-status is opgeheven en FPC Veldzicht niet beschikt over een reguliere behandelafdeling, hetgeen een gerechtvaardigde reden vormt voor overplaatsing van klager. Onderzocht is of klager in FPC De Kijvelanden, in zijn regio van herkomst, kon worden geplaatst, maar FPC De Kijvelanden gaf aan klager niet weer op te willen nemen. Op de afdelingen waar klager geplaatst zou kunnen worden, is sprake geweest van meerdere aangiftes vanuit de staf vanwege bedreigingen. Voorts verblijven er op die afdelingen twee patiënten waarmee klager continu conflicten had. De minister weet niet of er thans nog aangiftes lopen, maar kan zich voorstellen dat FPC De Kijvelanden niet bereid is klager wederom op te nemen. Gezien klagers lvb problematiek bleven FPC De Rooyse Wissel en FPC Dr. S. van Mesdag over. Naar de minister heeft begrepen is de keuze voor FPC Dr. S. van Mesdag met klager besproken en heeft hij hiermee ingestemd. FPC Dr. S. van Mesdag was bereid klager op te nemen.

Voorts voert de minister aan dat anders dan klager stelt het verbreken van klagers relatie geen gevolg lijkt van een lange reisafstand nu klagers ex-vriendin aangifte tegen klager heeft gedaan. Verder volgt uit het rapport van pro-justitia rapporteur N. dat klager geen contact heeft met zijn kinderen. Klagers netwerk vormt volgens de minister dan ook geen reden voor plaatsing van klager in een andere inrichting.

Ten slotte wordt namens de minister verwezen naar een brief van FPC Dr. S. van Mesdag van 19 oktober 2018. Dit betreft nieuwe informatie die dateert van na de bestreden beslissing, maar laat wel zien hoe het op dit moment met klager gaat en bevestigt naar de mening van de minister dat plaatsing in een FPK nog een brug te ver is. Anders dan klager stelt, volgt uit de uitspraak van de rechtbank van 17 april 2018 in het kader van de verlenging van de tbs-maatregel ook niet dat klager direct in een FPK geplaatst moet worden, maar volgt daaruit dat klager, mits aan allerlei voorwaarden wordt voldaan, op termijn wellicht in een FPK geplaatst zou kunnen worden.

4.         De beoordeling

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:

a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en

b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Klager verbleef op de intensieve zorgafdeling van FPC Veldzicht. Op 9 april 2018 is klagers EVBG-status opgeheven. Vanwege het feit dat FPC Veldzicht niet over een reguliere behandelafdeling beschikt, diende klager overgeplaatst te worden naar een andere inrichting.

De minister heeft beslist tot overplaatsing van klager naar FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen. Voor zover klager stelt dat hij in een FPK geplaatst had moeten worden, is de beroepscommissie van oordeel dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat dit vanuit veiligheidsoverwegingen niet verantwoord was en de geleidelijke weg van overplaatsing via een reguliere behandelafdeling van een FPC gevolgd diende te worden. De beroepscommissie ziet in de uitspraak van de rechtbank van 17 april 2018 – waarbij de tbs-maatregel met een jaar is verlengd – geen aanknopingspunten voor een ander oordeel. Hierbij is van belang dat uit die uitspraak volgt dat de rechtbank van oordeel is dat na afloop van het verlengingsjaar en na doorplaatsing van klager kan worden bezien of klager zich in die mate heeft ontwikkeld dat nadere doorplaatsing naar een FPK aan de orde is dan wel op welke termijn dit aan de orde kan komen, gelet op de voor die doorplaatsing noodzakelijke randvoorwaarden. In de rapportages van pro justitia rapporteurs N. en M. ziet de beroepscommissie evenmin aanleiding voor een ander oordeel.

Voor zover klager stelt dat hij in een inrichting dichterbij zijn netwerk (in Rotterdam) geplaatst had dienen te worden, overweegt de beroepscommissie als volgt. FPC De Kijvelanden heeft aangegeven klager, gelet op de gebeurtenissen tijdens klagers eerdere verblijf aldaar, niet op te willen nemen. Ook tijdens de zitting uit klager zijn ongenoegen richting FPC De Kijvelanden waaruit opgemaakt kan worden dat ook volgens klager zelf hervatting van de behandeling in FPC De Kijvelanden gecompliceerd zou zijn. Nu er plaats was in FPC Dr. S. van Mesdag en het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden overgeplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan worden voortgezet in de regel zwaarder weegt dan een eventuele regionale voorkeur, kon de minister in redelijkheid beslissen tot overplaatsing van klager naar FPC Dr. S. van Mesdag.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. drs. J.P. Meesters en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 december 2018.

                                                

 

 

            secretaris                       voorzitter                   

 

 

Naar boven