Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/0190/GA, 29 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


nummer:          R-18/0190/GA
betreft: [klager]            datum: 29 november 2018

De alleensprekende beroepsrechter als bedoeld in artikel 69, tweede lid, in verbinding met artikel 69, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. O.G. Schuur, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 31 januari 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting Dordrecht (PD-2017-000290), en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waartegen klager beroep heeft ingesteld, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Op grond van het onderzoek overweegt en beslist de beroepsrechter als volgt:

1.         De beoordeling

Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak worden ingediend.
De uitspraak waarvan beroep is op 31 januari 2018 mondeling medegedeeld aan klagers raadsman en de directeur. Het beroepschrift dateert van 8 februari 2018 en is op diezelfde dag op het secretariaat van de Raad ontvangen.
Het beroepschrift is buiten de wettelijke termijn van zeven dagen ingediend. Klagers raadsman stelt dat hij wegens ziekte niet in de gelegenheid was het beroepschrift binnen de beroepstermijn in te dienen. Ziekte van de raadsman is een omstandigheid die voor rekening en risico van klager komt. Daarbij komt dat niet is gesteld of gebleken dat geen van de kantoorgenoten van klagers raadsman diens taken kon waarnemen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake.
Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld.

2.         De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepsrechter voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 29 november 2018



            secretaris         voorzitter
 

Naar boven