Nummer: R-1054
Betreft: […] datum: 1 november 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J.R. Roethof, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 31 mei 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen de beslissing om hem in de locatie Sittard te plaatsen.
2. De feiten
Klager is sinds 27 september 2016 gedetineerd. Hij was vanuit de locatie Esserheem te Veenhuizen extramuraal gedetineerd in het kader van de ISD-maatregel. Bij beslissing van 20 februari 2018 is hij in de locatie Sittard geplaatst.
Op 16 april 2018 is klager in de ISD-afdeling van de locatie Esserheem geplaatst. Vervolgens is hij op 25 mei 2018 in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad geplaatst en op 2 juli 2018 weer teruggeplaatst in de ISD-afdeling van de locatie Esserheem. Op 3 oktober 2018 is klager overgeplaatst naar de ISD-afdeling van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, waar hij momenteel verblijft.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er was en is wel degelijk belang bij een inhoudelijke beoordeling van klagers bezwaarschrift. Klager verblijft (d.d. 7 juni 2018) nog steeds in de p.i. Lelystad. Vanaf de locatie Esserheem kan klager in een kliniek worden geplaatst. Hij wordt bij voorkeur zelfs direct in een kliniek geplaatst. Hij is zeer gemotiveerd om zich te laten behandelen. Klager heeft van 20 februari 2018 tot 16 april 2018 en van 25 mei 2018 tot 2 juli 2018 in de verkeerde inrichting verbleven. Hij heeft zich daardoor minder goed kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij. Klager verzocht in bezwaar en verzoekt in beroep daarom om een tegemoetkoming. Voorts wordt verzocht klager alsnog over te plaatsen naar de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) De Woenselse Poort te Eindhoven.
3.2. De selectiefunctionaris heeft daarop als volgt gereageerd. Klager verblijft inmiddels in de ISD-afdeling van de locatie Esserheem. Het belang bij het beroep ontbreekt dus. Terugkeer in de extramurale fase is niet aan de orde, omdat klager zich niet behandelbaar opstelt. Om die reden is de extramurale fase destijds ook beëindigd.
4. De beoordeling
4.1. Op het moment dat de selectiefunctionaris zijn beslissing op het bezwaar nam (31 mei 2018), werd de bestreden beslissing niet meer geëffectueerd. In beginsel zou klager daarom niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard in zijn beroep, omdat daarmee het belang daaraan is komen te ontvallen. Namens klager is evenwel in bezwaar om een tegemoetkoming verzocht. Voor de periode dat klager ten onrechte in de locatie Sittard zou hebben verbleven, van 20 februari 2018 tot 16 april 2018, had de selectiefunctionaris daarom moeten beoordelen of aanleiding bestond om een tegemoetkoming toe te kennen. De beslissing om klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar te verklaren, was daarom onjuist.
4.2. De (in beroep geuite) bezwaren tegen de andere periode (25 mei 2018 tot 2 juli 2018) en de omstandigheid dat klager momenteel niet extramuraal is gedetineerd, zijn in deze procedure niet aan de orde. Dit betreffen aparte beslissingen, waartegen klager apart bezwaar in had kunnen dienen.
4.3. De beroepscommissie zal het bezwaar om proceseconomische redenen zelf afdoen en beoordelen of de beslissing tot klagers plaatsing in de locatie Sittard onredelijk had moeten worden geacht en of aan klager alsdan een tegemoetkoming moet worden toegekend voor de periode die hij daar heeft verbleven.
4.4. Klager verbleef tijdens zijn extramurale detentie in de FPK De Woenselse Poort. Uit het selectieadvies blijkt dat de kliniek behandeling van klager niet meer mogelijk achtte. Dit is door de kliniek ook onderbouwd. Niet is gebleken dat de selectiefunctionaris hier niet van uit heeft mogen gaan. In de locatie Esserheem was destijds geen plaats beschikbaar. De medische dienst adviseerde om klager in de buurt van Maastricht te plaatsen, omdat klager daar een operatie zou moeten ondergaan. De hierop gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris om klager in de locatie Sittard te plaatsen kan daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het bezwaar dan ook ongegrond verklaren.
5. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de bestreden beslissing, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar, maar verklaart dit bezwaar ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 1 november 2018.
secretaris voorzitter