Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-977, 6 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-977

betreft: [klager]            datum: 6 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.W.M. Hopmans, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 17 april 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het feit dat klager op 8 februari 2018 niet heeft mogen deelnemen aan de arbeid, er geen alternatieve activiteiten zijn aangeboden en klager derhalve de hele dag op zijn cel heeft moeten verblijven (ZW-2018-83).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Op 8 februari 2018 was voor klager geen arbeid beschikbaar. Aan klager zijn geen alternatieve activiteiten aangeboden door de directeur. Klager meent dat er sprake is van een schending van zijn persoonlijke en lichamelijke integriteit. Nu geen alternatieve activiteit is aangeboden, had in ieder geval een extra uur luchten aan appellant moeten zijn aangeboden.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 47, eerste lid, van de Pbw heeft de gedetineerde recht op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. Uit het tweede lid volgt voorts dat de directeur zorg draagt voor de beschikbaarheid van arbeid voor de gedetineerden, voor zover de aard zich daar niet tegen verzet.

Klager kon op 8 februari 2018 geen arbeid verrichten, wegens de omstandigheid dat vier medewerkers zich ziek hadden gemeld en als gevolg hiervan de werkzaal moest worden gesloten. Het incidenteel uitvallen van de arbeid, zoals naar het oordeel van de beroepscommissie hier aan de orde, levert nog geen schending van de verplichting van artikel 47, tweede lid, van de Pbw op.

Uit artikel 21 van de Pbw volgt dat in een regime van beperkte gemeenschap gedetineerden in de gelegenheid worden gesteld gemeenschappelijk aan activiteiten deel te nemen. Overigens houden zij zich in de voor hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemde verblijfsruimte op. Deze bepaling komt overeen met artikel 20, tweede lid, van de Pbw voor het regime van algehele gemeenschap. Deze regel impliceert dat gedetineerden die niet aan de activiteit arbeid deelnemen mogen worden ingesloten.

De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur in redelijkheid, als gevolg van de ziekmelding van vier medewerkers, de werkzaal heeft kunnen sluiten. Als gevolg daarvan kon klager niet naar de arbeid gaan en is hij ingesloten. Nu de insluiting zich heeft beperkt tot één dag en klager wel zijn salaris heeft ontvangen, is de beroepscommissie van oordeel dat deze incidentele insluiting niet onredelijk en onbillijk is. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. dr. P. Jacobs en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 6 november 2018.

   

 

                             secretaris                                                     voorzitter

 

 

 

 

 

Naar boven