Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-397, 1 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-397

Betreft:            [Klager]           datum: 1 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 19 februari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. K.C. van Hoogmoed, op 4 september 2018 in het Justitieel Complex Zaanstad door een lid van de Raad gehoord. Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt, dat aan de selectiefunctionaris, alsmede aan klager en zijn raadsvrouw is verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem vanuit de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) De Kijvelanden terug te plaatsen in de gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sedert 10 december 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad. Op 10 oktober 2017 is hij geselecteerd voor een plaatsing in de FPK De Kijvelanden op grond van artikel 15, vijfde lid, van de Pbw, waar hij op 16 oktober 2017 is geplaatst. Op 18 december 2017 is klager vanuit de FPK De Kijvelanden teruggeplaatst in de gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3.         De standpunten

3.1.      Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft op 13 december 2017 een officiële waarschuwing gekregen. Naar aanleiding daarvan heeft hij zich teruggetrokken om niet in de problemen te komen en heeft hij voornamelijk op zijn kamer verbleven. Hij heeft ten tijde van zijn terugplaatsing in het Justitieel Complex Zaanstad zelf om overplaatsing naar een andere kliniek verzocht, omdat in de FPK De Kijvelanden een patiënt verbleef die bevriend was met personen met wie klager een handgemeen heeft gehad. Deze medepatiënt zocht klager op en provoceerde hem. Klager heeft zich teruggetrokken en is meer op zijn cel verbleven om (verdere) escalatie te voorkomen. Hij heeft er alles aan gedaan om conflicten te vermijden en hij heeft geen bedreigingen geuit. Daargelaten dat het selectieadvies de bestreden beslissing niet kan dragen, nu daarin niets over de behandeling van klager is opgenomen, blijkt daaruit niet een incident heeft plaatsgevonden nadat klager op 13 december 2017 een waarschuwing heeft gekregen. In de periode van vijf dagen tussen de waarschuwing en de terugplaatsing van klager heeft klager slechts één gesprek geweigerd, omdat hij in afwachting was van een overplaatsing naar een andere kliniek en zodoende geen behoefte meer aan een (behandel)gesprek had. In de conclusie in het selectieadvies wordt enkel naar de waarschuwing verwezen. Het kan niet zo zijn dat klager op grond van dezelfde feiten als die waarvoor hem een waarschuwing is gegeven, wordt teruggeplaatst, nu daarvoor immers reeds een waarschuwing is gegeven. Uit de inlichtingen die de selectiefunctionaris enkele weken of maanden later heeft opgevraagd, blijkt – uitgaande van de beslissing op het bezwaar – ook niet dat na 13 december 2017 een incident heeft plaatsgevonden. Er wordt enkel gesteld dat sprake zou zijn van een gebrek aan samenwerking en van dreigend en achterdochtig gedrag, maar dit wordt niet verder onderbouwd. Nergens blijkt uit dat klager daadwerkelijk een dreigement heeft geuit en hij heeft zich, nadat hij een waarschuwing heeft gekregen, aan de huisregels gehouden. Op de dag dat namens klager een verzoek om overplaatsing naar een andere FPK is gedaan, is hij nog met de psychiater en het Hoofd Behandeling over zijn behandelplan in gesprek geweest. Er zijn onvoldoende gegronde redenen voor zijn terugplaatsing geweest. De terugplaatsing heeft zeer nadelige gevolgen voor klagers re-integratietraject gehad, nu klager reeds dertien jaren is gedetineerd en door de terugplaatsing vanuit de FPK De Kijvelanden thans nog steeds in een h.v.b.-regime verblijft. Hij zal over slechts vier maanden voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. Indien klager al had moeten worden overgeplaatst, had de selectiefunctionaris moeten onderzoeken of klager – in het kader van zijn resocialisatie – niet naar een andere kliniek had kunnen worden overgeplaatst. De selectiefunctionaris heeft er geen blijk van gegeven met de resocialisatie van klager rekening te hebben gehouden. Namens klager wordt verzocht om toekenning van een tegemoetkoming voor de tijd die hij ten onrechte niet in een kliniek heeft verbleven.  

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Uit het selectieadvies van 18 december 2017 blijkt dat met De Kijvelanden contact is geweest in verband met de ontwrichting van het behandelklimaat aldaar. Daarbij is aangegeven dat klager erg agressief is en ernstige dreigementen naar het personeel en naar medepatiënten uit, alsmede dat hij elke vorm van een gesprek weigert. De directeur van het Justitieel Complex Zaanstad heeft de selectiefunctionaris geadviseerd tot de terugplaatsing van klager in de inrichting wegens de ontwrichting van het behandelklimaat in FPK De Kijvelanden. In het kader van de behandeling van het bezwaarschrift is aan de kliniek voorgelegd wat er na de waarschuwing tussen 13 en 18 december 2017 is voorgevallen. Het Hoofd Behandeling en Bedrijfsvoering van de FPK De Kijvelanden heeft per e-mail van 19 februari 2018 te kennen gegeven dat klager in de dagen na de waarschuwing steeds meer uit het contact ging, oninvoelbaar, dwingend en achterdochtig was en door zowel groepsgenoten als het behandelteam als dreigend werd ervaren. Hij heeft geweigerd met de psychiater in gesprek te gaan over het namens hem ingediende verzoek tot overplaatsing naar een andere kliniek. De communicatie beperkte zich tot dwingend eenrichtingsverkeer en van samenwerking was geen sprake meer. De FPK De Kijvelanden heeft, gelet op de artikelplaatsing, de wens van klager niet meer in de Kijvelanden te verblijven, het gebrek aan samenwerking en het dreigende en achterdochtige gedrag van klager, besloten tot uitplaatsing van klager. Het is niet zozeer een incident dat tot zijn uitplaatsing heeft geleid, als wel zijn gedrag. Het gedrag dat klager heeft vertoond nadat hij een waarschuwing had gekregen, brengt voor de selectiefunctionaris geen onderzoeksplicht naar de behandeling van klager in een andere kliniek met zich mee. Klager heeft het behandelklimaat in FPK De Kijvelanden met zijn gedrag ernstig ontwricht.

4.         De beoordeling

4.1.      Het hoofd behandeling bij de FPK De Kijvelanden heeft klager op 13 december 2017 naar aanleiding van zijn gedrag in de FPK een officiële waarschuwing gegeven. Blijkens deze waarschuwing heeft klager zich moeilijk laten aanspreken door stafleden en groepsgenoten en is de spanning hoog opgelopen, waarbij klager verbale agressie heeft laten zien. Ook heeft hij zich dreigend uitgelaten over een medepatiënt, waarbij hij uitspraken heeft gedaan als ‘ik snij zijn vingers eraf’ en ‘ik zit voor moord, die ander heeft het ook geweten’. Voorts volgt uit de waarschuwing dat klager niet in staat is zijn eigen aandeel in conflictsituaties te bekijken. De FPK De Kijvelanden heeft vervolgens op 18 december 2017 besloten de behandeling van klager aldaar te beëindigen vanwege het feit dat – zo blijkt uit het bericht van 19 februari 2018 – klager naar aanleiding van de waarschuwing op 13 december 2017 steeds meer uit contact is gegaan, oninvoelbaar, dwingend en achterdochtig was en door zowel zijn groepsgenoten als het behandelteam als dreigend werd ervaren. De communicatie had zich tot dwingend eenrichtingsverkeer beperkt en van samenwerking was geen sprake meer. De directeur van het Justitieel Complex Zaanstad heeft de selectiefunctionaris op 18 december 2017, na contact met de FPK De Kijvelanden te hebben gehad, kennelijk daarom geadviseerd klager vanwege ontwrichting van het behandelklimaat in de FPK De Kijvelanden in het Justitieel Complex Zaanstad terug te plaatsen.     

4.2.      Tegen de achtergrond van het voorgaande en gelet op het feit dat de FPK De Kijvelanden op 18 december 2017 reeds had besloten klagers behandeling aldaar te beëindigen, alsmede gelet op het advies van de directeur aan de selectiefunctionaris van 18 december 2017 klager in het Justitieel Complex Zaanstad terug te plaatsen, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard. 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 1 november 2018.

 

 

 

secretaris         voorzitter  

Naar boven