Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-342, 7 september 2018, schorsing
Uitspraakdatum:07-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-342

Betreft : [verzoeker]    datum: 7 september 2018

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in FPC de Kijvelanden te Poortugaal, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 18 augustus 2018, inhoudende (het voortduren van) de maatregel van separatie.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 24 augustus 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 6 september 2018. Op 7 september 2018 is nog een nadere reactie van verzoekers advocaat ontvangen.

De voorzitter heeft tevens kennisgenomen van de eerdere uitspraken op schorsingsverzoeken van verzoeker met de kenmerken S-282 en S-317 en van de laatste uitspraak de hieraan ten grondslag liggende stukken.

 

1.         De standpunten

Verzoeker heeft zijn verzoek toegelicht en daarbij dezelfde gronden aangevoerd als in zijn eerder schorsingsverzoek in zaak S-317. Voor de beoordeling van onderhavig schorsingsverzoek is in aanvulling hierop, met name van belang verzoekers standpunt dat er tussen 18 augustus en 5 september 2018 geen incidenten hebben plaatsgevonden. Verzoeker wordt dagelijks in de separeer bezocht, waarbij hem enkel wordt gevraagd hoe het met hem gaat. Hij heeft niet de indruk dat die beoordeling dagelijks plaatsvindt. Verzoeker ontkent dat hij een tweede pen op zijn separeercel voorhanden had.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt toegelicht en daarbij dezelfde gronden aangevoerd als in het verweer op het eerdere schorsingsverzoek in zaak S-317. Voor de beoordeling van onderhavig schorsingsverzoek is in aanvulling hierop, met name van belang het verweer dat de bejegening in de separeer nog steeds is overgelaten aan een behandelteam van een andere afdeling en dat het luchten op de patio tot op heden gebeurt onder begeleiding van het LBB. Verzoeker wordt tijdens het luchten niet geboeid. Verzoeker heeft ondanks een maatregel van toezicht op de post geweigerd post te overhandigen en voor dat het LBB hem kon fouilleren deze door midden gescheurd en in de toiletpot gegooid. Na doorzoeking van de separeercel werd tussen de dekens en het matras een tweede pen aangetroffen. Verzoeker had eerder beweerd dat hij geen andere pen in zijn bezit had. Verzoeker wordt dagelijks bezocht in de separeercel door staf, een psychiater en door het hoofd behandeling, waarbij verzoeker wordt beoordeeld en wordt bekeken of het verantwoord is de separatie af te bouwen of te beëindigen. Tot op heden is er onvoldoende basis en vertrouwen de separatie te beëindigen en verzoeker te laten terugkeren naar de afdeling. Er is te veel onduidelijkheid in het contact met medewerkers vanuit verzoeker. Een intakegesprek op woensdag 5 september 2018 door medewerkers van FPC de Pompestichting is niet doorgegaan. Zij zien af van een opname, omdat zij inschatten dat verzoeker meer beveiliging nodig heeft.

 

2.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing tot verder laten voortduren van de separatie zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van die beslissing van het hoofd van de inrichting. Naar het oordeel van de voorzitter is dat, mede gelet op de inlichtingen van het hoofd van de inrichting, het geval.

De voorzitter merkt op dat reeds in de uitspraak d.d. 30 augustus 2018 met kenmerk S-317 werd geconstateerd dat er sinds de oplegging van de separatiemaatregel op 18 augustus 2018 een verbetering in de samenwerking met verzoeker is geconstateerd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan het door het hoofd van de inrichting vermelde incident met de tweede pen op de separeercel, gelet op de minder ernstige aard hiervan, niet tot conclusie leiden dat de orde en veiligheid in de inrichting het noodzakelijk maakt de separatiemaatregel thans te laten voortduren. Hetzelfde geldt met betrekking tot verzoekers weigering enkele papieren aan het hoofd van de inrichting te overhandigen. Het door het hoofd van de inrichting ingenomen tegengestelde standpunt is onvoldoende gemotiveerd. Hier komt bij dat naar het voorlopig oordeel van de voorzitter door het hoofd van de inrichting het standpunt van verzoeker dat met een minder vergaande maatregel het beoogde belang kan worden bereikt, onvoldoende is weersproken. Onder deze omstandigheden dient het verzoek om schorsing te worden toegewezen. De tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting moet derhalve worden geschorst, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.

 

3.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van het hoofd van de inrichting, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Aldus gegeven door mr. R.M. Maanicus, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 7 september 2018

 

 

 

 

 

 

                                   secretaris                                            voorzitter

 

 

 

Naar boven