Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3485/GM, 19 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:19-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          17/3485/GM

betreft: [klager]                    datum: 19 juni 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Schaddelee, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 3 oktober 2017 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 mei 2018, gehouden in het Justitieel Compex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D. Schaddelee, en de heer […] en mevrouw […], inrichtingsarts respectievelijk verpleegkundige verbonden aan de p.i. Lelystad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:         

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 30 augustus 2017, betreft de zeer minimale en niet geboden medische hulp voor klagers fysieke klachten en het te laat op gang komen van psychische hulp.

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts

Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Klager is begin 2017 overgeplaatst vanuit Duitsland naar Nederland. In Duitsland is klager (zwaar) mishandeld en heeft hierdoor zowel medische als psychische klachten aan over gehouden. Klager geeft dagelijks bloed op en heeft gedurende de nacht last van slapeloosheid, hartkloppingen en pijnklachten. Daarnaast heeft klager geen gevoel meer in zijn linkerbeen. Deze klachten komen waarschijnlijk deels voort uit de maagoperatie die klager voor zijn detentie in Duitsland heeft ondergaan. Klager is in Duitsland meerdere malen in zijn maag geslagen en heeft niet de medicijnen gekregen die hij nodig had. Over de klachten van klager is veelvuldig contact geweest met de medische dienst. De medische dienst is meerdere malen verzocht een behandelplan op te stellen en klager de medische hulp te bieden die hij hard nodig heeft.

Wat betreft de psychische klachten heeft de psycholoog geoordeeld dat klager zo spoedig mogelijk behandelingen bij De Waag dient te starten en heeft klager daarvoor op 9 juni 2017 al aangemeld. De medische dienst vermoedt dat de medische klachten van klager tevens (deels) psychisch zijn. De behandeling door De Waag zou klager dus moeten helpen voor zowel zijn medische als zijn psychische klachten. Klager zou door een psycholoog van De Waag worden bezocht. Ondanks toezeggingen heeft klager tot op heden (30 augustus 2017) geen bericht van De Waag ontvangen en heeft er geen gesprek plaatsgevonden.

Wat betreft de medische klachten heeft de medische dienst onvoldoende handelingen verricht. Uit een gastroscopie is niets voortgekomen. Een MRI-scan van de rug heeft evenmin tot oplossingen geleid. De medische dienst heeft daarop besloten de medische klachten niet verder op te pakken. Er is geen concreet behandelplan en verdere onderzoeken vinden niet plaats. Een verzoek om strafonderbreking is afgewezen omdat de benodigde medische hulp tijdens klagers detentie geleverd kan worden.

De conclusie van de Medisch Adviseur dat de medische dienst goed heeft gereageerd op de klachten van klager is onjuist. Uit de verrichte onderzoeken is geen duidelijke conclusie gekomen en alle medische onderzoeken zijn stopgezet; klager zou eerst hulp moeten zoeken voor zijn psychische klachten. De knie van klager is alleen maar slechter geworden. Desondanks heeft de medische dienst nog steeds geen nader onderzoek verricht. Klager krijgt van verschillende zorgverleners (huisarts en fysiotherapeut) tegenstrijdige mededelingen over het belasten van de knie. Gelet op de gastric bypass is het opmerkelijk dat klager enkel pijnstillers krijgt en niet de juiste medicatie voor de maag. Klager had nooit diclofenac mogen krijgen, nu dat schadelijk is voor iemand die een gastric bypass heeft ondergaan. Daardoor zijn alle waardes te laag. Klager verwijst naar de opgemaakte anamnese. De medische dienst heeft klager verteld dat zijn medische klachten niet dringend genoeg zijn om verder te onderzoeken, gelet op zijn aanstaande detentiefasering. Afspraken zijn niet nagekomen. Uit het overgelegde medisch dossier blijkt duidelijk dat klager al lange tijd klachten aan zijn linkerbeen ervaart. De medische klachten worden afgeschoven op een psychische oorzaak. Na nogmaals aandringen is een MRI-scan van de knie gemaakt, waaruit naar voren kwam dat er twee scheuren zichtbaar zijn in de meniscus van klager. De gehele handelwijze van de medische dienst heeft er niet alleen voor gezorgd dat de klachten van klager niet beter werden, maar er zelfs voor gezorgd dat de klachten verergerd zijn. 

Vanaf klagers komst in Nederland zijn er fouten gemaakt. Inmiddels is duidelijk geworden dat alle waarden te laag zijn. Klager heeft medicatie voorgeschreven gekregen die niet voorgeschreven hadden mogen worden. De meniscus van klager is gescheurd en niet meer te redden. Klager had hier niet op mogen lopen. De klachten werden afgeschreven op een psychische oorzaak, maar achteraf blijken het dus toch medische klachten te zijn. Klager heeft zelf om pijnstillers, paracetamol, gevraagd. Pas daarna is de verpleegkundige ingezet.

Klager kreeg een gastric bypass om af te vallen. Klager was voor zijn bezoek aan de Bergman-kliniek niet eerder bij een orthopeed geweest. Klager was gevallen en zijn knie was dik en blauw. Zijn verzoek om een foto te laten maken werd door de medische dienst geweigerd.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Het is vervelend dat klager de ervaring heeft dat er onvoldoende aandacht is besteed aan zijn klachten; het tegendeel is echter waar. Klager kwam met een grote zorgvraag uit Duitsland waar hij medisch gezien is verwaarloosd. Klager heeft in de periode van mei 2017 tot januari 2018 zo’n 60 contacten met de medische dienst (huisarts of verpleegkundige) gehad, dat is gemiddeld 10 contacten per maand. Voor het bloedbraken is klager verwezen naar de MDL-arts. Klager is tevens verwezen naar de neuroloog. Er bleek geen sprake te zijn van een hernia, maar van functionele klachten. Een artroscopie van de knie wees uit dat er sprake was van een oud kruisbandletsel en een kleine laesie aan de meniscus; dit is zo gelaten. Doordat de klachten van klager moeilijk verklaarbaar zijn, er zijn geen objectiveerbare afwijkingen gevonden, is sprake geweest van een moeilijk, intensief en langdurig traject. De medische dienst heeft zich ook gericht op klagers psychische klachten. De inzet van de medische dienst is uitgebreid doordat de verpleegkundige klager pro-actief tweewekelijks heeft bezocht. De medische dienst heeft klager verwezen naar de psycholoog. Het systeem van afspraken dat de psycholoog hanteert en de medische dienst zijn gescheiden systemen. De inrichtingsarts heeft geen inzage in het systeem van de psycholoog.

De verpleegkundige heeft veel geïnvesteerd in de contacten met klager en vindt het jammer dat klager het gevoel heeft dat dit te weinig is geweest. Het is in de inrichting overigens vast beleid dat een gedetineerde paracetamol kan krijgen.

Toen paracetamol onvoldoende effect bleek te hebben, is klager diclofenac voorgeschreven met maagbeschermers en daarna andere pijnmedicatie. Er zijn geen harde richtlijnen die het voorschrijven van diclofenac met maagbeschermers verbieden. De medische dienst moest bovendien iets ondernemen omdat klager veel pijn had. Bij de stukken zijn lab-uitslagen gevoegd waarbij bepaalde waarden op nul uitkwamen. Dit komt door een technisch probleem. De waarden zijn nooit nul geweest. Klager is behandeld voor de geconstateerde deficiënties. De waarde voor vitamine D was 12,2 en dus te laag, de waarde voor vitamine B lag tussen het bereik 12-33 en was dus normaal. Tussen mei en november 2017 is er geen aanvullend bloedonderzoek gedaan.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie stelt voorop dat de beoordeling van het beroep zich beperkt tot het moment waarop klager zijn verzoek om bemiddeling heeft gericht aan de medisch adviseur, dus tot 30 augustus 2017.

Wat betreft de verstrekking van verkeerde medicatie (diclofenac) in verband met klagers maagklachten, merkt de beroepscommissie op dat de gastric bypass volgens klager is uitgevoerd om af te vallen en niet vanwege een complicatie in de maag, zoals een maagzweer. De beroepscommissie is niet bekend met een harde contra-indicatie voor het voorschrijven van diclofenac met een maagbeschermer. Klager heeft ter onderbouwing van zijn andersluidend standpunt verwezen naar een uitdraai van zijn medisch dossier en de hierover door een verpleegkundige verbonden aan de p.i. Zuyderbos gemaakte opmerking. De beroepscommissie constateert dat deze opmerking niet afkomstig is van een arts. Gelet op de voorliggende casus is er naar het oordeel van de beroepscommissie ook geen aanleiding te concluderen dat de inrichtingsarts deze pijnmedicatie niet had mogen verstrekken.

Uit het medisch dossier blijkt dat klager omtrent zijn klachten (bloed opgeven, pijnklachten in rug, linkerbeen en knie) is onderzocht door de medische dienst. Klager is onder behandeling bij de fysiotherapeut en verwezen voor een gastroscopie en een onderzoek door de neuroloog om een neurologische problematiek uit te sluiten. De neuroloog kon de klachten niet verklaren. Wat betreft de knieklachten kan met de later vastgestelde diagnose niet worden geoordeeld dat het medisch handelen van de inrichtingsarts tot 30 augustus 2017 onzorgvuldig is geweest. De medische dienst had aandacht voor klagers knieklachten.

Met betrekking tot de psychische klachten heeft de inrichtingspsycholoog op 4 juli 2017 geoordeeld dat klager in het kader van diagnostiek moet worden behandeld in De Waag. Het heeft echter tot 4 september 2017 geduurd alvorens klager een intakegesprek heeft gehad, terwijl medewerkers van De Waag de inrichting wekelijks bezoeken. De beroepscommissie merkt op dat het in beginsel aan De Waag is om te bepalen wanneer een intakegesprek kan plaatsvinden. De omstandigheid dat medewerkers van De Waag frequent de inrichting bezoeken, betekent nog niet dat het gewenste intakegesprek veel eerder had kunnen plaatsvinden. De wachttijd is naar het oordeel van de beroepscommissie ook niet dermate lang dat deze als onacceptabel moet worden aangemerkt, nog daargelaten de vraag welk verwijt de medische dienst hierin zou kunnen worden gemaakt.

Het beeld dat uit het medisch dossier naar voren komt, is dat er in verband met de klachten van klager veelvuldig en met grote regelmaat contact heeft plaatsgevonden met de medische dienst. De klachten van klager zijn naar het oordeel van de beroepscommissie goed aangepakt en onderzocht. Het feit dat, in ieder geval tot 30 augustus 2017, de klachten niet konden worden geobjectiveerd, betekent niet dat de medische zorgverlening onder de maat is geweest. 

De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien dan ook van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 19 juni 2018

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven