Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-792, 8 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          : R-792

Betreft : [klager]          datum: 8 november 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Ytsma, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een beslissing van 23 maart 2018 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de beroepscommissie leest: de Minister voor Rechtsbescherming, verder te noemen de Minister, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 oktober 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, en namens de Minister, […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar Hoeve Boschoord afgewezen.

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 23 juli 2010 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 21 mei 2012 is hij geplaatst in

FPC Dr. S. van Mesdag. Bij brief van 15 maart 2018 heeft klager verzocht om overplaatsing naar Hoeve Boschoord. De Minister heeft dit verzoek bij brief van 23 maart 2018 afgewezen. 

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is de afgelopen jaren niet meer fysiek agressief geweest tegen personen. FPC Dr. S. van Mesdag is niet gespecialiseerd in mensen met een LVB-problematiek. Ondanks het voornemen van de inrichting een LVB-afdeling op te richten, is hier niets van terechtgekomen. Hoeve Boschoord is gespecialiseerd in mensen met een LVB-problematiek, zodat de meerwaarde van een plaatsing aldaar is gegeven. Klager verwijst naar de PJ-rapportage van psychiater H. De geweldsuitbarstingen, die regelmatig voorkomen, worden door het team van Hoeve Boschoord zelf onder controle gebracht. De teams doen dat zonder hulp van een intern beveiligingsteam. Niet is onderzocht of Hoeve Boschoord – de echte specialisten – andere of nieuwe behandelmogelijkheden zien voor klager. Het verlof is gestagneerd, een overplaatsing is in lijn met wat de psychiater zegt. Een overplaatsing naar Hoeve Boschoord wordt juist aanbevolen door de twee PJ-rapporteurs, zij zien wel een meerwaarde. Voorts moet een warme en zorgvuldige overdracht vanuit FPC Dr. S. van Mesdag naar Hoeve Boschoord te organiseren zijn. Klager functioneert op dit moment stabiel en is goed ingesteld op medicatie. Dit is juist een reden hem over te plaatsen. Klager verblijft nu zes jaar in FPC Dr. S. van Mesdag, het is tijd voor een overstap naar een andere inrichting met een maximaal frisse blik op zijn behandeling. Klager kan zich eventueel ook vinden in een observatieplaatsing (artikel 13 Bvt) zodat hij eerst kennismaakt met Hoeve Boschoord.

Klager meent dat hij de afgelopen jaren geen stap verder is gekomen in zijn behandeling. Klager voelt zich niet prettig in deze inrichting en meent dat hij in Hoeve Boschoord meer op zijn plaats is. Klagers strafzaak (n.a.v. aangifte wegens bedreiging) is geseponeerd.

Vanaf januari 2019 zal hij echter pas weer in aanmerking kunnen komen voor verloven. Klager wil een terugval voorkomen, daarom is dit het moment hem over te plaatsen. Er is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel gehandeld. Eventueel zou een proefplaatsing overwogen kunnen worden. 

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. Uit de reactie van de inrichting van 19 maart 2018 blijkt dat geen sprake is van een vastgelopen behandeling. Klager is goed ingesteld op medicatie en functioneert goed. Dat klager geen verlof kan praktiseren, vloeit voort uit een incident dat plaatsvond in januari 2018 en zal ook bij een overplaatsing naar Hoeve Boschoord een obstakel vormen, vanwege de maatregel dat klager gedurende één jaar geen verlof kan genieten. Het bezwaar tegen een overplaatsing naar Hoeve Boschoord is bovendien dat zij niet beschikken over een intern beveiligingsteam hetgeen problematisch kan zijn in het licht van klagers agressieproblematiek. De PJ-rapporteurs erkennen dat klager door de inrichting door een moeilijke periode is geloodst en thans goed functioneert. Zij geven in overweging klager te plaatsen in Hoeve Boschoord in geval het verlof of de behandeling zou stagneren. Nu daarvan geen sprake is, is er geen reden tot overplaatsing van klager. FPC Dr. S. Van Mesdag is voldoende toegerust voor de behandeling van LVB-patiënten.

De inrichting ziet nog behandelmogelijkheden. Indien het OM kan bevestigen dat klagers strafzaak is geseponeerd, is de intentie van de inrichting zo snel mogelijk begeleid verlof aan te vragen. Indien klager wordt overgeplaatst, bestaat het risico van een terugval.

4.         De beoordeling

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:

a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en

b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Klager heeft verzocht om overplaatsing naar Hoeve Boschoord omdat deze inrichting gespecialiseerd is in behandeling van patiënten met een LVB-problematiek. De Minister meent echter dat FPC Dr. S. van Mesdag voldoende toegerust is voor behandeling van deze categorie patiënten en wijst erop dat de inrichting nog behandelmogelijkheden ziet. In de toelichting van de inrichting van 28 september 2018 wordt dit laatste bevestigd. Van stagnatie of een vastgelopen behandeling is volgens de inrichting geenszins sprake. Het functioneren van klager is volgens de inrichting de afgelopen periode stabiel geweest, waarbij hij gestaag kleine stapjes vooruit zet.

Klager verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt naar de PJ-rapportage van 23 juli 2017 van rapporteur en psychiater H. De rapporteur heeft in zijn rapport de vraag wat met het oog op de benodigde zorg en beveiliging zijn overwegingen zijn ten aanzien van de verdere behandeling of begeleiding en het risicomanagement van onderzochte– voor zover hier relevant – als volgt beantwoord: “Voor nu is het beleid voldoende adequaat. De kliniek biedt een adequaat ‘holding environment’ en het lukt de kliniek om betrokkene voldoende uitdaging en perspectief te bieden zodat hij gemotiveerd blijft. Mocht de ontwikkeling van betrokkene en het verlofproces desondanks stagneren, dan kan het een overweging zijn de behandeling van betrokkene over te dragen aan FPC Hoeve Boschoord (onderdeel van Trajectum). Toegevoegde waarde van deze kliniek is de expertise op het gebied van verstandelijke beperking. (…)”. Tegen de achtergrond van het verloop van klagers behandeling in de inrichting, zoals hiervoor toegelicht, heeft de Minister naar het oordeel van de beroepscommissie het standpunt kunnen innemen dat er geen reden is klager over te plaatsen.

De beslissing tot afwijzing van het verzoek van klager tot overplaatsing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, om die reden niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, prof. dr. H.J.C. van Marle en mr. T.B. Trotman, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 8 november 2018

           

  

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven