Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2425/SGA, 22 oktober 2003, schorsing
Uitspraakdatum:22-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 003/2425/SGA

betreft: [klager] datum: 22 oktober 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 21 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in locatie Zoetermeer van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden te Zoetermeer.

Verzoeker vraagt:
a. om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voornoemde locatie, inhoudende een opschorting van de behandeling van een verzoek om algemeenverlof in het kader van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling t.v.i.); en
b. –zo verstaat de voorzitter het verzoek- om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagcommissie bij voormelde locatie d.d. 28 augustus 2003, strekkende totaanhouding voor onbepaalde tijd van de behandeling van een tweetal klaagschriften (met de kenmerken G231/803 en G232/803).

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van de schriftelijke inlichtingen van de secretaris van de beklagcommissie alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 21 oktober 2003.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht. Daartoe is aangevoerd -zakelijk weergegeven- dat hij eerder op 31 juli 2003 een disciplinaire straf heeft opgelegd gekregen terzake van een positieve uitslag van eenurinecontrole. Ook is hem op 1 augustus 2003 een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in de eigen cel voor de duur van zeven dagen opgelegd, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting. Tegen deze disciplinairestraf en ordemaatregel heeft verzoeker beklag ingesteld. De beklagcommissie heeft dat beklag op 28 augustus 2003 behandeld en vervolgens de behandeling van het beklag voor onbepaalde tijd aangehouden voor het (laten) doen van naderonderzoek naar de uitslag van de hiervoor genoemde urinecontrole. Verzoeker heeft inmiddels een aanvraag gedaan voor algemeen verlof en de behandeling van die aanvraag wordt thans door de inrichting opgeschort in afwachting van deuitslag van de beklagzaak. Verzoeker is van mening dat zijn beklagzaak inmiddels zou moeten worden afgedaan en hij vraagt de voorzitter daarin te willen voorzien. Daarnaast verzoekt hij de voorzitter de tenuitvoerlegging van debeslissing van de directeur om de behandeling van zijn verlofaanvraag op te schorten te schorsen.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker een tweetal klachten heeft ingediend bij de beklagcommissie. Die klachten zijn door de beklagcommissie op de zitting van 28 augustus 2003 behandeld. Debeklagcommissie heeft op die datum de verdere behandeling van de klachten aangehouden voor onbepaalde tijd. Verzoeker heeft een week geleden een verlofaanvraag gedaan in het kader van de Regeling t.v.i. Dat verzoek is in behandelinggenomen. Het verzamelen van de gegevens om tot een besluit te kunnen nemen op een dergelijke aanvraag duurt minimaal zes á zeven weken. Er is dus geen sprake van een beslissing tot opschorting van de behandeling van die aanvraag.Mogelijk is dat klager tot die conclusie gekomen omdat hij weet dat bij aangetoond gebruik van harddrugs volgens de landelijke richtlijn een termijn van zes maanden wordt gehanteerd alvorens een verzoek tot algemeen verlof wordtgehonoreerd. De directeur is van mening dat er geen gronden bestaan voor het toewijzen van het schorsingsverzoek.

2. De beoordeling
Blijkens de inlichtingen van de secretaris van de beklagcommissie heeft verzoeker klaagschriften ingediend tegen een op 31 juli 2003 aan verzoeker opgelegde disciplinaire straf en tegen een op 1 augustus 2003 aan verzoeker opgelegdeordemaatregel van afzondering. Niet is gebleken van een klaagschrift tegen een beslissing van de directeur, strekkende tot opschorting van de behandeling van verzoekers verlofaanvraag. Nu wettelijk is bepaald dat slechts hangende deuitspraak van de beklagcommissie op het klaagschrift schorsing kan plaatsvinden van de tenuitvoerlegging van de beslissing waartegen het klaagschrift is gericht, kan verzoeker derhalve (vooralsnog) niet worden ontvangen in onderdeela van zijn verzoek.

Voor zover klager wel een klaagschrift tegen de beslissing tot opschorting van de behandeling van zijn verlofaanvraag zou hebben ingediend, waarvan niet is gebleken en wat overigens ook niet door klager is aangevoerd, zou dit niettot een toewijzing van het verzoek kunnen leiden. Uit de inlichtingen van de directeur is immers voldoende aannemelijk geworden dat het verzoek om algemeen verlof in behandeling is genomen en dat er daarom (nog) geen sprake is vaneen beslissing tot opschorting van de behandeling van die aanvraag. Dat maakt dat er nog geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Ook om die reden zou verzoeker thans (nog) niet kunnenworden ontvangen in zijn verzoek.

Voor zover verzoeker voorts heeft bedoeld de tenuitvoerlegging van de beslissing van de beklagcommissie d.d. 28 augustus 2003, strekkende tot aanhouding van de behandeling van het beklag van verzoeker voor onbepaalde tijd, teschorsen, overweegt de voorzitter dat die beslissing, nu tegen die beslissing geen beroep open staat, geen beslissing is als bedoeld in artikel 70, tweede lid van de Pbw. Ook om ten aanzien van dat onderdeel van het verzoek kanverzoeker niet worden ontvangen in zijn verzoek.

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gedaan door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 oktober 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven