Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0718/GA, 21 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:21-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/718/GA

betreft: [klager] datum: 21 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.Serrarens, advocate te Maastricht, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 maart 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van koffie bij gelegenheid van de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf van opsluiting in de eigen cel.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft op 22 en 23 november 2002, terwijl hij opgesloten was in zijn eigen cel, geen koffie aangeboden gekregen. De directeur heeft zulks in eerste aanleg ook erkend. De directeur heeft toen aangevoerd dat klager zelf omkoffie had moeten vragen. Klager is het met die stelling niet eens. Op de afdeling waar klager verbleef, was bekend dat klager die dagen in verband met een disciplinaire straf opgesloten was en dus afhankelijk was van dekoffievoorziening door de inrichting. Om die reden had aan klager koffie aangeboden behoren te worden.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3.
De beoordeling
De directeur heeft tegenover de beklagcommissie aangegeven dat in de extra beveiligde inrichting verblijvende gedetineerden drie maal per dag koffie of thee aangeboden krijgen. Door klager is gesteld dat hem op twee dagen geenkoffie of thee is aangeboden. Het beklag ziet daarom op de toepassing van een in de inrichting geldende regel. Om die reden is klager ontvankelijk in zijn beklag. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven.

De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat aan klager op 22 en 23 november 2003 geen koffie of thee is aangeboden. Het standpunt van de directeur, dat klager zelf via het belsysteem had kunnen aangeven dat hij koffie of theewenste, neemt niet weg dat het dienstdoende personeel in het kader van de uitoefening van zijn taak onvoldoende zorgvuldig is geweest jegens klager. Om die reden zal het beklag alsnog gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie acht, mede gelet op het feit dat klager in de gelegenheid was om middels het belsysteem zelf om koffie of thee te vragen, geen termen aanwezig voor de toekenning van enige tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes secretaris, op 21 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven